Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
De zomer van 2014 blonk uit door een lange hittegolf in Nederland en tal van hete conflicten daarbuiten. Het oude conflict tussen Israël en de Palestijnen van Hamas in de Gaza brak weer in alle hevigheid los. In Oost Oekraïne liepen pro- Europa demonstraties uit op een burgeroorlog tussen pro-Kiev en pro-Poetin. Nederland werd erin betrokken door het neergehaalde vliegtuig van Malaysian Airlines MH17. Eerder dit jaar waren we al dapper achter de twee duizend Franse soldaten aan naar de Centraal Afrikaanse Republiek getrokken om een einde te maken aan gewelddadige slachtpartijen door de radicale terreurgroepen van Boko Haram. In Somalië trok een vergelijkbare beweging onder de naam Al-Shahaab ten strijde tegen alles wat niet orthodox Islamitisch is. De burgeroorlog in Syrië modderde voort met als gevolg dat buurlanden en Europa worden overstroomd met een paar miljoen vluchtelingen. Te midden van de politieke chaos in Irak en Syrië riep een groep extremistische moslims het sultanaat uit en stichtte onder het uitvoeren van gruweldaden de Islamitische Staat (IS). Iedereen die hen voor de voeten liep met een andere religie of een andere opvatting werd als ongelovige genadeloos afgeslacht. Kortom er was meer dan genoeg reden voor onze geblondeerde propagandist om zijn haatcampagne tegen de Islam voort te zetten. Op 2 oktober riep hij in de Tweede Kamer dat we ze allemaal plat moesten gooien.
Mij boeit echter de zogenaamde motivatie voor terreur vanuit de Islam geen moment. Ik vind het interessanter om eens stil te staan bij de vraag waarom wij en de rest van de wereld niet in staat zijn om er iets anders tegenover te stellen dan geweld. Of het nu een bommentapijt is vanuit B52-vliegtuigen, oprukkende tanks of doelgerichte executies van leiders door middel van drones, het effect is vrijwel altijd een escalatie van de haat en nieuwe terreur. Er is veel voor te zeggen dat de chaos en terreur in Irak en Syrië een voortvloeisel zijn van eerdere oorlogen in Irak en Afghanistan en dat het onvolledig uitroeien van Al Qaida tot een veelvoud van uitzaaiingen heeft geleid, maar het gaat mij niet om de politieke achtergronden. Of het nu Israëli’s, Duitse nazi’s, Russen of Amerikanen zijn, bij hen allen bestaat de merkwaardige veronderstelling dat een tegenpartij uiteindelijk altijd met geweld op de knieën gekregen kan worden. Stelt u zich eens voor dat u een verschil van mening hebt. Geeft u dan uw gesprekspartner een optater in de verwachting dat hij het daarna roerend met u eens is? Toch is dat de achterliggende gedachte bij al die geweldsconflicten. Dat deze merkwaardige veronderstelling door de ervaring van duizenden jaren oorlogen gelogenstraft wordt, maakt ook niet uit. Internationale conflicten lopen bijna altijd uit op geweldsconflicten die tenslotte escaleren in een poging tot wederzijdse vernietiging of een volledige uitputting waarbij één der partijen zich noodzakelijkerwijs overgeeft maar, voor zover hij nog niet dood is, alweer op wraak zint.
Nu zult u zeggen: ”Ja maar als de Amerikanen ons niet hadden gered, …..”. Inderdaad, we zouden ons knarsetandend moeten hebben beperken tot ondergronds verzet en terreur, totdat de laatste verzetsheld was omgebracht. Diezelfde onverzettelijkheid gold net zo goed ook voor Nazi Duitsland. Niet voor niets ontwikkelden Churchill en Roosevelt in 1943 dan ook het plan om, terwijl de Russen het Oostelijk front in de pan hakten, met bombardementen uit de lucht zoveel mogelijk burgerslachtoffers te maken en alle grote steden van Duitsland met de grond gelijk te maken. Pas toen men daarmee ver gevorderd was, en het rode leger na de grootste en bloedigste veldslag in de geschiedenis Berlijn had veroverd, kwam er begin mei 1945 een einde aan de oorlog in Europa.
De strijd tussen Stalin en Hitler kostte 26 miljoen Russen en 7 miljoen Duitsers het leven. Dat is een groot deel van de 72 miljoen slachtoffers van de tweede wereldoorlog wereldwijd. Aan het einde werden er opzettelijk nog even meer dan een miljoen Duitse burgers door het rode leger gedood en 300.000 Duitse vrouwen verkracht.
Een aantal weken later werd Japan gedwongen zich over te geven met het dreigement van totale vernietiging. Toen ze dat in eerste instantie weigerden, beraamde de Amerikaanse president Truman met instemming van Stalin de inzet van een tot dan toe nog niet vertoond vernietigingswapen. Op 6 augustus werden de steden Hiroshima en Nagasaki door twee atoombommen van de aarde geveegd.
Was dit het einde? Wel nee, er volgden nog vele lokale oorlogen her en der, en de escalatie gedurende de wapenwedloop in de koude oorlog bereikte een totale vernietigingskracht van één miljoen keer die van de eerste atoombommen. Genoeg om zowel het westelijk blok als het Oostblok 20 maal volledig te vernietigen.
Dit jaar herdachten we na 70 jaar de Operatie Market Garden. Vrijwel gelijktijdig hield president Obama een speech over zijn strategie ten aanzien van de IS beweging. “Ons doel is duidelijk, we zullen IS afbreken en uiteindelijk vernietigen….”. Ik heb meer sympathie voor Obama dan voor Wilders, maar in dit geval zeiden ze hetzelfde.
Escalatie van geweld loopt vrijwel altijd uit op een drang tot totale vernietiging.
Ja maar, zult u zeggen: “Het kwaad kun je toch niet bestrijden door zoete broodjes te bakken met de fanatieke baardmannen.” Ook dat is helaas waar, en het geldt voor alle reeds geëscaleerde conflicten en dat is nu precies de reden waarom je conflicten niet moet laten escaleren. Een escalerend conflict is net als een exponentiële functie. De beginfase wordt niet herkend of ontkend en daardoor laten we alle kansen voorbij gaan om het vreedzaam op te lossen. Meestal is het een schrijnende situatie en een gevoel van onrecht die al zeer geruime tijd bestaan. Als het lang genoeg gebroeid heeft, ontstaat er vroeg of laat een incident, al was het maar een protestactie om aandacht te krijgen voor het onrecht. Deze beantwoorden we dan met gewelddadige onderdrukking in de verwachting dat we het kwaad in de kiem smoren. De werkelijke kiemfase is dan echter al lang gepasseerd en de escalatie gaat voort in een vicieuze cirkel die steeds onbeheersbaarder wordt, totdat volledige vernietiging van de tegenpartij als laatste middel overblijft.
Wij mensen hebben een dijk van een probleem als het om de-escalatie van conflicten gaat. Dat probleem begint al bij kleine jongetjes die ruzie maken over een speelgoedauto of een voetbal. Geweldsuitbarstingen tussen vechtersbaasjes ontstaan ook zelden als een rationeel goed doordacht plan maar meestal als een primaire reactie, spontaan of eigenlijk instinctief. Doordat onze emoties door het dunne vernislaagje van aangeleerd fatsoen heen breken, slaan wij er op als we onze zin niet krijgen of als we een ander iets willen afdwingen. Zelfs bij liefhebbende ouders en pedagogisch geschoolde onderwijzers jeuken de handen soms zo erg dat ze niet meer in toom gehouden worden. Het zit waarschijnlijk in onze genen, maar is daar ook een aanwijzing voor bij onze voorouders en verwanten?
Bij de mensapen met wie wij het grootste deel van onze genen gemeen hebben, zien we ondanks de vele overeenkomsten heel verschillende oplossingen voor het beheersen van conflicten. Ruzies in de familie van de Gorilla worden in de kiem gesmoord door het allesoverheersende gezag van de grote zilverrug. Dat werkt in de meeste gevallen preventief. Bij de Bonobo is seks een buitengewoon effectief overspronggedrag om spanningen weg te nemen. De gewone chimpansee maakt daarentegen veelvuldig ruzie. Chimpansees hebben een perfect geheugen voor rotstreken die een ander heeft uitgehaald en proberen die betaald te zetten zodra zich daartoe een kans voordoet. De kleine ruzies worden vaak gewelddadig en escaleren totdat de hele groep in rep en roer is. De escalatie van geweld is dus niet door ons uitgevonden. Door ingrijpen van de leider en een paar handlangers wordt de zaak beslecht met een pak slaag voor de onruststoker. Daarna volgt verzoening en biedt de verliezer zijn nederige excuses aan en wordt er gevlooid. Vlooien is het belangrijkste overspronggedrag bij chimpansees.
Bij bavianen die net als mensen in grote groepen met meerdere patriarchale families leven, komen verschillende soorten conflicten voor. Normale ruzies binnen de familie of tussen families worden afgedaan met dreiging. De grote hoektanden van de volwassen mannen zijn een geducht wapen en het dreigend tonen van dit wapen is vaak afdoende. Zo niet, wordt er een flinke tik uitgedeeld of volgt een korte achtervolging. Ongehoorzame of flirtende vrouwtjes worden eveneens met een flinke oorvijg tot de orde geroepen. Over het algemeen heerst er een dynamisch machtsevenwicht en vindt er geen escalatie van het geweld plaats. Het grote geweld komt bij Bavianen pas naar boven bij conflicten met een andere groep. Na een aantal incidenten kan de zaak escaleren tot een bloedige oorlog waarbij de hele groep betrokken is en de mannen elkaar dodelijk verwonden. Een verzoening na afloop is er niet bij. De verliezende groep druipt af en likt de wonden.
De eenzame Orang oetan vrouwen worden regelmatig verkracht door sexueel gefrustreerde mannen en bij de monogame Gibbons zijn hevige gevechten normaal bij grensconflicten om het territorium. Onverzoenlijkheid komt ook voor bij chimpansees in conflicten tussen verschillende groepen. In dit geval worden enkele afgezonderde individuen van een andere groep aangevallen door een meute van de eigen groep. Die strijd is altijd ongelijk. Chimpansees zijn de uitvinders van asymmetrische oorlogsvoering. Het eindigt vaak met de dood van de verliezer ten gevolge van ernstige verminkingen waarbij vingers en geslachtsdelen worden afgebeten. Deze gruwelijke conflicten kennen geen verzoening, geen compromissen en geen bemiddeling.
Mensen hebben dus zeker niet het monopolie op geweld tegen soortgenoten en her en der zien we zeer herkenbare patronen bij onze naaste verwanten. Toch blijken wij uniek te zijn in de systematische en georganiseerde oorlogvoering. Een belangrijk onderdeel daarvan is de propaganda. Hiermee worden in een vroeg stadium de geesten rijp gemaakt voor vijandschap en haat. De propaganda maakt de andere groep verderfelijk, slecht, onbetrouwbaar en gevaarlijk. Deze fase is nog zonder geweld en vindt plaats tussen de oren. Er ontstaat angst en haat en daardoor onderlinge solidariteit tegen de vermeende vijand. De collectieve stemming verandert in een kruitvat met een lont. Als de propaganda voldoende gerijpt is, volgt er vroeg of laat een geweldsincident als begin van de escalatie van geweld, maar eigenlijk is de propaganda al het eerste deel van een exponentieel proces.
Omdat we zo buitengewoon vindingrijk zijn, kan propaganda allerlei vormen aannemen. Ook verschillen van religie en verschillen tussen politieke systemen kunnen naar hartenlust worden opgeblazen tot een bezielend onderdeel van de propaganda. Leugens, verdraaiing van feiten en argumenten die er eigenlijk niet toe doen, maskeren de werkelijke drijfveer. De ware beweegreden is meestal een drang tot machtsuitbreiding of gebiedsuitbreiding in verband met belangrijke voedselbronnen of grondstoffen dan wel een reactie op uitbuiting en onderdrukking en een drang naar onafhankelijkheid.
Een ander onderdeel is de georganiseerde samenwerking in gedisciplineerde legers onder aanvoering van krijgsheren in een hiërarchische bevelstructuur. De samenbundeling van krachten wordt vaak in rituele krijgsdansen of militaire parades tot uiting gebracht of in uitdagende krijgsliederen. De stemming wordt gesynchroniseerd en dit wordt tot uitdrukking gebracht door synchronisatie van de lichaamsbewegingen tot in het absurde. Deze rituelen dienen ook als dreigingen door het tonen van kracht, interne discipline en strijdvaardigheid.
Tenslotte is het een unieke eigenschap dat onze bewapening in een periode van een miljoen jaar technologische ontwikkeling sinds de eerste vuistbijlen tot extreme vernietigingskracht is geperfectioneerd. Sinds het gooien van stenen en stokken zo’n 500.000 jaar of meer geleden, is de bewapening geëscaleerd volgens een exponentiële functie. Ongeveer 50.000 – 30.000 jaar geleden kregen we de veel effectievere speerwerper en de pijl en boog. Omstreeks 1300 werd het buskruit uitgevonden en 69 jaar geleden werd de eerste atoombom gegooid. Het is een ontwikkeling tot en met de huidige lange afstandsraketten en drones. De bediening gebeurt op steeds grotere afstand en met steeds grotere afstandelijkheid.
Oorlogen met veel mannelijke slachtoffers zijn weliswaar een onlosmakelijk deel van onze geschiedenis, maar dit heeft op zich zelf, ook na een miljoen jaar nog weinig effect op de biologische evolutie. Zelfs met het zaad van een paar mannen kan een populatie zich in stand houden zoals door de meeste in kuddes levende zoogdieren wordt bewezen. De systematische selectie van gewelddadige genen ontstaat pas als de meest gewelddadige krijgers en stammen met de meest effectieve wapens via vrouwenroof en verkrachting meer nakomelingen krijgen. Het stelen van voedsel dan wel het afpakken van wapens, jachtgronden of landbouwgrond, slavernij en uitbuiting hoort daar allemaal ook bij. Dat is precies wat er in ieder geval de laatste 100.000 jaar is gebeurd en nog steeds bij iedere oorlog wordt waargenomen. Het effect is duidelijk. Als bij één op de honderd stammen gewelddadig gedrag in de genen zit en er gemiddeld slechts elke 25 jaar een stammenoorlog wordt uitgevochten met als resultaat dat de beste krijgsheren van de winnaar 20% meer nakomelingen krijgen, duurt het maar 600 jaar voordat deze geweldsgenen bij 95% van de populatie in alle stammen zijn doorgedrongen. Het selectieproces herhaalt zich dan met genen die nog agressiever zijn. De beschikbaarheid van effectieve wapens is daar onlosmakelijk mee verbonden en daarmee valt een selectie van steeds agressievere genen samen met de selectie van steeds hogere technologische intelligentie. Steeds sterkere wapens met een steeds grotere trefzekerheid zijn dan ook de belangrijkste reden dat de ontwikkeling van sociale intelligentie, waarmee conflicten langs een andere weg zijn op te lossen, juist is achtergebleven. Als je fysiek sterk genoeg bent, hoef je niet sociaal slim te zijn. De aanwezigheid van wapens heeft onze instinctieve impulsen om geweld te gebruiken enorm versterkt. Na honderdduizend jaar selectie zit het geweld stevig in onze genen verankerd. De mannen met de baarden van de Islamitische Staat volgen dus een instinctief patroon, dat hetzelfde is als de Spanjaarden volgden tijdens de tachtigjarige oorlog en de Russen bij de inval van Berlijn of de Amerikaanse soldaten in Viëtnam en Irak. Het antwoord van Obama, de meest vredelievende president van de VS ooit, is volledig in lijn met dat zelfde gewelddadige instinct; totale vernietiging. Dat het bombarderen van terreurbewegingen nooit tot volledig uitroeien leidt, doet er niet toe.
De uitgaven voor, wat we eufemistisch defensie noemen, zijn afhankelijk van het land tussen de 2 en 10% van de bruto nationale productie en de macht van de wapenindustrie is ongekend. Jaarlijks wordt er wereldwijd voor ruim $1,5 biljoen (= 1,5 x 1012) aan wapens uitgegeven. Zelfs als wapens echt defensief kunnen worden ingezet, zoals bij de anti-raket-raketten die Israël met succes toepast op de beschietingen vanuit Gaza, is er de impuls om met strafexpedities de vermeende lanceerplaatsen in scholen en moskeeën volledig te willen vernietigen. Tijdens deze operatie met de cynische naam Protective Edge werden tussen 7 juli en 26 augustus 18000 woningen inclusief circa 1200 bewoners door Israëlisch geweld vernietigd. Onze wapenindustrie levert graag aan alle landen die in oorlog zijn of zouden kunnen geraken. Een gemiddeld Nederlands kind van 12 jaar heeft al meer dan 90.000 geweldsacties en 6000 TV moorden bekeken, waarbij de videogames nog niet zijn meegerekend (José vd Sman, Elsevier 12 maart 2005). Geweld wordt alom verheerlijkt omdat het kijkers trekt. We vinden het geweldig.
Hoewel, niet iedereen. Kijk, luister en huiver bij de video van Rihan &Faia Younan, die dit jaar al door miljoenen mensen is bekeken
www.barakabits.com/2014/10/to-our-countries-the-video-bringing-tears-and-joy-to-arabs-across-the-globe
Is er dan helemaal niets aan te doen? Jawel, vergaderen en praten, al of niet via bemiddeling voordat de escalatie niet meer te beteugelen is. Geen probleem. We praten veel en overal. Meestal voor de gezelligheid als er geen conflicten zijn. Dat gaat ons goed af. Praten leren we al op heel jonge leeftijd en onze jeugd heeft ook aan praatjes geen gebrek. En toch… Zelfs op verjaardagspartijtjes kan praten over een meningsverschil heel gemakkelijk ontaarden in schreeuwen. Zodra praten gepaard gaat met generalisaties, overdrijvingen, jij-bakken en onheuse kwalificaties begeven we ons op het hellend vlak en begint de escalatie al tussen de oren. In veel gevallen leidt praten tot ruzie en worden klappen uitgedeeld of gaat men uit elkaar om zwijgend een vete te blijven koesteren. Zodra er wapens zijn, draaien hoog opgelopen ruzies maar al te vaak uit op moord. Dat zien we bij de Amerikanen die bijna allemaal een pistool in hun nachtkastje hebben, bij de Afghanen die allemaal een kalashnikov om de schouder dragen en we zien het bij de onderwereldfiguren en maffioso die genadeloos met elkaar afrekenen. We zien het dagelijks in het nieuws en in films.
Het gaat natuurlijk niet altijd fout. In veel bedrijven vergadert men zich suf om meningsverschillen te overbruggen, maar daar zijn dan ook geen fysieke wapens aanwezig en heerst vaak een gedisciplineerde structuur van bazen en bovenbazen. In parlementaire democratieën wordt ook heel wat afgepraat. Het verloopt als een rituele dans volgens vaste spelregels en procedures. Dat gaat in landen met een eeuwenlange traditie op dat gebied redelijk goed. Het kost wel veel geduld en vereist acceptatie van de spelregels. Democratie heeft echter als nadelen dat het soms erg veel tijd kost om tot een besluit te komen en dat je als minderheid meestal je zin niet krijgt. Een minderheid die deze positie niet accepteert geeft problemen en een meerderheid die een minderheid helemaal aan de kant schuift, geeft ook problemen. Een ander nadeel van democratie is dat het de kortzichtigheid bevordert, omdat regeringen vaak niet verder kijken dan de volgende verkiezing. Partijen zijn ook vaak beïnvloedbaar door derden. In de VS, waar men voor een verkiezing afhankelijk is van heel veel geld voor de campagnes, heerst in feite de kapitaalkrachtige industrie via lobbyisme en donaties voor de partijkas. In andere landen die nog geen oude democratische traditie met strakke regels kennen, werkt het dan ook van geen meter. Daar heerst dictatuur met gewelddadige repressie of er is chaos door strijdende partijen. In alle landen die recent door de VS of de NAVO “bevrijd” zijn of waar recent democratie naar westers voorbeeld ingevoerd is, regeert niet het parlement maar de corruptie en het geweld van strijdheren, stamhoofden en milities. Dat geldt ook voor veel landen in Afrika, in Oost Europa, in Zuid Amerika en in Azië. In nogal wat landen (Italië, Zuid Korea, Venezuela, Turkije, Jordanië, Oekraïne en Bolivia) gaan de parlementsleden zelfs regelmatig met elkaar op de vuist.
In internationaal verband bestaat er ook een traditie van diplomatie. Internationale diplomatie is echter nog een heel jong vak en slechts heel weinig diplomaten verstaan dit vak. Het is erg moeilijk om te voorkomen dat er wederzijdse verwijten of sancties ontstaan, waarmee de escalatie en de propaganda begint. Economische sancties als vredelievend machtsmiddel om het gelijk af te dwingen hebben zelden het beoogde effect en leiden vrijwel altijd tot verharding van standpunten.
Dit jaar waren we getuige van een tamelijk klungelige manier van conflictbeheersing door Europa in een conflict om de macht in Oekraïne tegenover een geslepen Poetin die de kunst van de propaganda als geen ander beheerst.
Het praten in de veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die we sinds 1945 hebben, is nauwelijks effectief door het vetorecht van de vijf grootste mogendheden. De zogenaamde vredesmachten of blauwhelmen kunnen weinig uitrichten als het toch tot vechten komt. Ook klimaatconferenties onder de paraplu van de VN leveren al twintig jaar niets anders op dan toenemende frustratie. De wereldleiders van de rijke landen praten ook buiten VN verband regelmatig met elkaar, maar zij kunnen niet voorkomen dat de inkomensongelijkheid in de wereld tot gevaarlijke spanningen leidt. De beweging Occupy Wall Street was bedoeld als een vredelievend protest, niet door geweld maar door praten. Maar de beweging bloedde dood. Er is meer voor nodig om de financiële sector op haar knieën te krijgen.
Praten kunnen we en praten konden we waarschijnlijk al lang voordat we de wapenwedloop hadden ingezet, maar zodra de kanonnen er waren, lieten we die voor ons spreken al was het maar door troepenbewegingen langs de grenzen.
Onze sociale intelligentie is dus sterk achtergebleven bij de technische intelligentie. Door de wapentechnologie is deze achterstand alleen maar groter geworden. Wie niet sterk is, moet slim zijn geldt ook in omgekeerde richting: Wie fysiek sterk is, kan sociaal dom blijven.
Een heel andere oorzaak is dat onze technische intelligentie voor het grootste deel vastgelegd wordt op externe dragers. Vanaf de eerste boekrollen op papyrus tot onze harde schijven zit slechts een periode van 5000 jaar. De evolutie van de techniek verloopt razend snel en onafhankelijk van de biologische evolutie. Sociale intelligentie daarentegen laat zich moeilijk vastleggen en is veel moeilijker overdraagbaar. De evolutie daarvan verloopt dan ook relatief traag.
Het is maar zeer de vraag of we onze achterstand in de evolutie van sociale vaardigheid nog kunnen inhalen. Na de taal is ons onderwijs van laag tot hoog voornamelijk gericht op feitenkennis en technische intelligentie. We weten dat we deze kennis niet in onze genen hebben zitten en dus via opvoeding moeten aanbrengen. Sociale vaardigheden zoals, naar elkaar luisteren, je verplaatsen in de situatie van de ander, het oplossen van meningsverschillen, het onderkennen van onrechtvaardigheden en frustraties, het voorkomen van grote ongelijkheid, en het vermijden van propaganda zijn daarentegen een ondergeschoven kindje in het onderwijs. Kennelijk denken we dat we dit vanzelf wel kunnen. Helaas is dat een groot misverstand. We moeten niet alleen een achterstand inhalen, maar ook nog de gewelddadige patronen die wel genetisch verankerd zijn, leren onderdrukken. Als we sociale structuren in de maatschappij verwaarlozen en ook nog het leren van sociale vaardigheden schromelijk verzuimen, en dat doen we, is het niet verbazend dat we steeds dommer doen.
Zelfs als we onze gewelddadige neigingen zouden leren beheersen, heeft al het praten natuurlijk alleen maar zin als we ook bereid zijn tot eerlijk delen. We zouden kunnen beginnen met het afschaffen van de procentuele verhoging van lonen, loonschalen en marges tussen de schakels van een productieketen. Bovendien zouden de verschillen tussen de geboortecijfers moeten verdwijnen. Een andere belangrijke aanjager voor geschillen is de ongelijkmatige verdeling van belangrijke grondstoffen. Alleen al daarom zou een energietransitie, waarbij lokale energie uit zon en wind mensen minder afhankelijk maakt van verre olie- en gasvelden en kolenmijnen, een belangrijke bijdrage aan de wereldvrede kunnen leveren.