Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Beste, pardon, geachte weledelzeergeleerde Heer Darwin,
Tijdens mijn hele biologische carrière heb ik zoveel over u gehoord en toch ben ik pas na mijn pensionering uw boeken echt gaan lezen. Ik heb sindsdien een enorm respect voor uw bescheidenheid en voorzichtigheid en uw niet aflatende ijver om steeds meer en meer ondersteunend materiaal te vergaren. Gezien het ontbreken van kennis in uw tijd over het mechanisme van de erfelijkheid, over de juiste ouderdom van de geologische perioden en het nog vrijwel volledig ontbreken van goede fossiele reeksen inclusief die van de oermensen, heeft u op miraculeuze wijze de enig juiste hypothese opgesteld. Een geniale visie.
Maar als u mij toestaat, zou ik toch ook wel wat kritiek willen uiten. Afgezien van enkele prachtige diplomatieke of filosofisch getinte typisch Engelse volzinnen, vond ik uw boeken verschrikkelijk saai. Wij zijn intussen gewend op grond van een paar experimentele resultaten naar conclusies te jumpen en beginnen elke publicatie met het leveren van ongezouten kritiek op al het voorafgaande onderzoek. Uw voorzichtigheid en beleefdheid, daarentegen, is haast schijterig te noemen en uw angst voor kritiek druipt bijna uit elk hoofdstuk. Een andere tijd? Jawel, maar uw buldog Thomas Huxley durfde wel de kat op het spek te binden, terwijl u bij de gedachte aan een pittige discussie al misselijk werd en thuis bleef.
En dan is er nog iets wat me dwars zit. De roem die nu postuum over u wordt uitgestort zij u gegund, maar helemaal eerlijk is het niet. Het berekenen van een exponentiële groei van een populatie leerde u van Malthus. Daaruit resulteerde het inzicht dat slechts enkele van de vele nazaten het kunnen halen. Het idee van veranderlijkheid der soorten was o.a. van Lamarck en het concept van de selectie was notabene volkssport nummer één in uw tijd. De duivenfokkers, kippenfokkers, konijnenfokkers, hondenfokkers en paardenfokkers zaten door het hele land in elk dorp en u liep bij hen de deur plat en melkte ze uit. De reeks fossiele paarden werd niet door u maar door uw vriendje Thomas Huxley beschreven en geduid als een evolutionaire ontwikkelingsreeks. Zelfs het legendarische inzicht dat de Darwinvinken van de Galapagos zich tot verschillende ondersoorten hadden ontwikkeld, is niet uit uw koker gekomen maar kwam van de vogelconservator van de Zoological Society, John Gould. Ten slotte heeft u het met vriend Walace op een akkoordje gegooid om het concept over natuurlijke selectie tegelijk te publiceren. Waar Walace een A4-tje voor nodig had gehad om het op te schrijven, kostte het u een dik boek en vele jaren.
Desalniettemin, zou ik wensen dat onder de huidige wetenschappers iets meer van uw bijzondere genen bewaard was gebleven. Vooral dat geduld, de zorgvuldige observatie en de degelijkheid zijn we een beetje kwijtgeraakt. Uw monografie over de eendenmossels is alleen al daardoor een onnavolgbaar meesterwerk. Ik moet echter tegelijk constateren dat uw financiële positie ook wel erg luxe was in vergelijking met die van de huidige onderzoekers. Zij moeten zoveel mogelijk publiceren en voortdurend fondsen werven om het hoofd boven water te houden. Daardoor dreigen de waardevolle eigenschappen, waardoor u zoveel presteerde, systematisch uit het karakter van de wetenschapper te worden weggeselecteerd.