Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Als lid van GroenLinks, Partij voor de Dieren, Natuurmonumenten, Het Gelders Landschap, Green Peace, Stichting Aap en het Wereld Natuurfonds en Milieu defensie moet ik maandelijks een stapel clubblaadjes doorlezen. Daardoor ben ik behoorlijk gehersenspoeld met de opvatting dat de intensieve varkenshouderij zo’n beetje het slechtste is wat er bestaat. Daarbij komt dat ik aan wroetende varkens in de modder mooie jeugdherinneringen heb. De schillenboer kwam altijd langs ons huis en doordat ik behalve het schillenmandje van m’n moeder ook altijd een suikerklontje voor het paard in de hand had, stopte de bles na enige tijd vanzelf voor de deur om op mij te wachten. Zodoende kon ik dagelijks op de bok meerijden naar school en zag ik met eigen ogen het goede doel waar onze schillen heen gingen. Een relatie met het spek op mijn boterhammen ontging me toen nog.
Intussen ben ik een energiefreak en een flexovegetariër. In de overgang naar volledige vleesverlater probeer ik vegaburgers lekker te vinden. Dat is moeilijk te rijmen met het wonen in een dorp met een tiental varkenshouders die bij elkaar zo’n 50.000 dieren op stal hebben? Om met mijn geweten in het reine te komen bracht ik een bezoek aan het grootste varkensbedrijf en had me voorgenomen alle bezwaren bij boer Jan ter sprake te brengen.
Dat zijn er nogal wat. Om te beginnen de mest en de uitstoot van geur en ammoniak naar de lucht. In de NRC van 15 oktober staat een kaartje van Europa waaruit blijkt dat Nederland met meer dan 150 kg/ha het grootste Stikstofoverschot ter wereld heeft. Jan laat echter zien dat er achter de stal een peperdure luchtwasser zit, waarmee behalve 30 % van de geur ook ca 80 % van de ammoniak tegengehouden wordt. Om de mest uit te rijden heeft hij voldoende land zodat er geen overbemesting plaats vindt. Om te zorgen dat niemand last heeft van de geur, wordt de mest geïnjecteerd en zit het bedrijf op ruime afstand van de woonbebouwing.
Op mijn vraag of de mest niet beter in een mestvergister verwerkt kan worden om er groen biogas van te maken volgt een onthutsend college. “Dat kan”, zegt Jan “en het wordt vooral in Duitsland veel gedaan, maar ten eerste moet daar subsidie bij, ten tweede moet er bij elk deel mest vier delen graan opgemengd worden om het proces goed te laten verlopen. Dat graan zou beter als voer voor de varkens gebruikt kunnen worden. Daardoor gaat de voerprijs omhoog en zijn de mestvergisters met zogenaamde groene energie een gesubsidieerde concurrent van de varkensboer. Ten slotte blijft na het vergisten de ammoniak onveranderd over”.
Het volgende bezwaar dat ik hem onder de neus wrijf betreft de dieronvriendelijke huisvesting. Jan neemt mij mee de stal in naar de verschillende afdelingen. Ik gewaar alom een buitengewoon tevreden geknor terwijl Jan vertelt dat er kleine groepen in afzonderlijke ruimtes zitten die geselecteerd zijn op zo min mogelijk onderlinge ruzie. De bewegingsruimte is optimaal omdat een varken dat niet beweegt slappe spieren krijgt en door de poten zakt. Volgens Jan is de huisvesting aanzienlijk beter dan die van mensen op een flat in de stad. De temperatuur is zo geregeld dat de jonge biggen het lekker warm hebben en de zeugen koelte krijgen met veel frisse lucht. Er wordt gezorgd dat elk biggetje een eigen speen bij een zeug heeft en de zeugen krijgen zo goed gevoerd dat ze gemiddeld voor zo’n 13 biggetjes melk produceren. In een andere ruimte zie ik dat de pas geïnsemineerde zeugen wel afzonderlijk in een krappe ruimte staan. Gedurende deze drie weken van de cyclus, zouden ze volgens Jan niets liever willen omdat hun hormoonspiegel behoorlijk op drift is. “Je kunt dat vergelijken met vrouwen die ééns in de maand chagrijnig worden. In gezelschap zouden ze alleen maar ruzie maken en gestresst raken.”
Ik probeer een andere pijl. De consumptie van één kg varkensvlees gaat ten koste van vier kg graan en soja. Als we niet minder vlees gaan eten kunnen we straks geen 9 miljard mensen meer voeden. Bovendien wordt voor de teelt van soja het Zuid Amerikaanse oerwoud gekapt. Jan blijkt goed thuis te zijn in de getallen. “Die zogenaamde conversiefactor van vier klopt voor scharrelvarkens en biologisch vlees. Daarbij kan voor elk onsje vlees wel 65 gram soja gebruikt zijn. Wij zitten veel lager. Door de optimalisatie van de staltemperatuur, de comfortabele huisvesting zonder stress en de samenstelling van het voedsel kunnen we volstaan met 2,4 kg voer voor één kg vlees. Bovendien bevat het voer bij ons een aantal afvalstromen die niet concurreren met menselijk voedsel. Wij mengen zelf wel zo’n 10 verschillende componenten. Daarin zit broodafval van de bakkerijen, aardappelafval van de aardappelverwerkende industrie, wei van de kaasmakerij, afval van de biervergisting en de ethanolfabriek en zelfs uiensap. De voedingswaarde van elke grondstof wordt per charge geanalyseerd. De computer gestuurde mengmachine maakt voor elke leeftijdsgroep een optimaal mengsel. Het is een grote investering maar al met al gebruiken we daardoor nog maar weinig graanproducten die concurreren met voedsel voor de mens. Natuurlijk gaat er ook graan en mays in het voer en ook zo’n 7 à 8 % soja uit Argentinië. Het komt er op neer dat bij ons in elk ons varkensvlees slechts 18 gram soja is verwerkt. Dat is drie keer zo weinig als in een vegaburger van hetzelfde gewicht.
Verbruik je dan niet heel veel energie voor de verwarming en de ventilatie? “Dat is zo, maar over een aantal jaren gaan we hier de daken volleggen met zonnecellen en produceren we met een stuk of vier bedrijven zoveel dat we heel het dorp van stroom kunnen voorzien. De prijs voor zonepanelen daalt snel genoeg, maar onze regering aarzelt nog met het verruimen van de salderingsregeling.
Ik trek nu een heel giftige pijl uit mijn koker. Geven jullie niet te veel preventieve antibiotica zodat er multiresistente bacteriën gekweekt worden die een gevaar voor de mens zijn? “We mogen al niet meer dezelfde antibiotica geven als die voor mensen gebruikt worden. Bovendien gaan we al steeds meer over op preventief enten. Die ontwikkeling van entstoffen gaat sneller dan de toelating via de Europese regels. Antibiotica toedienen in een hele stal als er een enkel dier ziek is, doen we ook niet meer. De zieke dieren worden afgevoerd of afzonderlijk behandeld.
Dan merk ik voorzichtig op dat het onverdoofd castreren van de biggen toch eigenlijk geen stijl is. “Onverdoofd castreren doen we al enige tijd niet meer en vanaf 2015 wordt er helemaal niet meer gecastreerd. Bij de meeste beren is bij het normale slachtgewicht van 95 kg de berenlucht nog niet ontwikkeld. De kunst is om die enkele beer die wel stinkt er uit te pikken. Als je die lucht een keer geroken hebt is dat niet zo moeilijk. In het slachthuis proberen ze dat nu voor elkaar te krijgen met moderne meetapparatuur zodat ook het verdoofd castreren niet meer nodig is.
Uiteindelijk vraag ik Jan of in deze tijd het voer niet meer kost dan het varken opbrengt en of hij met zijn enorme investering niet vooral de bank spekt. “Het voer kost nu 60 tot 50 % van de opbrengst die wij van het slachthuis beuren. Dat moet inderdaad niet veel gekker worden. Met de rente en aflossing van schulden en de afschrijvingen zitten we op ongeveer 22%. Maar voor een ouderwets kleinschalig bedrijf zouden de andere kosten wegens inefficiëntie veel hoger zijn. Energie, mestafvoer, dierenarts en overige kosten zitten bij elkaar op 11 % en dan blijft er inderdaad niet veel over voor ons en een handje vol personeel om van te leven. De varkensboer krijgt nu ongeveer € 1,50/kg voor een vleesvarken. Die prijs gaat echter ruim 3 keer over de kop voordat de consument de prijsknallers koopt. Desondanks is het varkensvlees steeds goedkoper geworden. In de archieven van onze dorpskrant vind ik een advertentie van 1971 met een kiloprijs van varkensvlees tussen f 3,70 en 6,30. Gecorrigeerd voor een jaarlijkse 3% inflatie, de overgang op Euros en 6 % BTW zou dat nu € 6,40 – 10,60 zijn geweest. In 2011 adverteert de Makro met prijzen tussen €4,00 en 7,50.
De familie van Jan heeft het niet slecht, maar hun grootse rijkdom is het enthousiasme voor het vak en na alles wat ik gezien en gehoord heb, kan ik me dat best voorstellen. Ik ben zelf aardig in de war geraakt. Zijn al die kwaaie berichten dan niet waar? Of zijn ze alweer achterhaald doordat de sector zo vooruitstrevend is? Soms is het gemakkelijker om de zaken maar van één kant te belichten.
Eén reactie op “Megastal of modderbad?”
hoi han
het is een goed en duidelijk stukje wat je over de intensive varkenshouderij hebt geschreven
groetjes fam bull