Niet zeuren
Zeurkousen hou je altijd en dood gaan we toch
De elfde van de elfde is weer in zicht. Bij alle vreugde en lol van Carnaval en lof voor de perfecte organisatie, de onbaatzuchtige inzet van vele tientallen vrijwilligers en de gesmeerde afloop, mag je natuurlijk niet mopperen.
Stillekes huiveren mag misschien wel en ik weet dat er velen met mij huiveren maar dit onder een glimlach verhullen. De organisatiecomité’s proberen het ergste op het gebied van gehoorschade en drankmisbruik tegen te gaan, maar als de jeugd schijt heeft aan hun eigen toekomst en hun eigen gezondheid, is dat dweilen met de kraan open. Verbieden, maakt het alleen maar stoerder en veel volwassenen geven het slechte voorbeeld. Misschien dat de cijfers en de feiten op een rijtje nog tot nadenken aanzetten.
Over 30 – 35 jaar zal een hoog percentage van de thans jeugdige generatie stokdoof zijn, vanwege de schade die ze zichzelf nu aandoen. Dat gebeurt op grote schaal en langdurig achter de megaspeakers in de Carnavalsoptocht, in de disco, in de auto en met de i-pod en de oormicrofoontjes. Gehoorschade treedt op afhankelijk van het aantal decibel, de toonhoogte en de tijdsduur. De zware boems geven scheurtjes in de trommelvliezen. Dat kan nog gedeeltelijk herstellen. De hoge tonen zijn veel gemener. Bij 110 decibel, het niveau in een disco, geeft één minuut al net zo veel schade als 8 uur verblijf in een lawaaierige fabriek met 80 decibel. Daar ligt volgens de ARBO de schadelijkheidsgrens. De schade is onherstelbaar en alle schadelijke blootstellingen tellen gestaag bij elkaar op. De grenswaarde is gebaseerd op 40 jaar en 200 werkdagen per jaar.Tien jaar lang twintig keer per jaar 3 uur in de disco betekent een overschrijding van die ARBO grens met een factor 5 – 10. De schade is nu al merkbaar bij 9 % van de jongeren, maar voor een veel hoger percentage zal vóór hun 50e jaar een normaal gesprek niet meer mogelijk zijn.
Wie dan leeft die dan zorgt, niet zeuren.
Overmatig alcoholgebruik is zeer schadelijk voor het hersenweefsel. Dit geldt met name voor jongeren tot 25 jaar omdat de hersenen tot die tijd nog volop in ontwikkeling zijn. Het praatje dat er na de leeftijd van 16 jaar geen schade meer zou optreden is lariekoek. Wel is de schade groter op jongere leeftijd.
Bij 5 glazen per gelegenheid of 2 glazen per dag is de schadegrens beperkt. Maar er is geen grens waaronder alcohol voor jongeren zonder schade is en het is zeker niet zo dat alleen de comadrinkers last krijgen. De schade is ook geen kwestie van een kleine kans op nare gevolgen in de verre toekomst, zoals bij roken. De schade treedt bij iedereen op. De schade herstelt zich ook niet en heeft niets met de bekende tijdelijke kater te maken. Het effect uit zich in een sterke teruggang van de leerprestaties, moeite met plannen, organiseren, initiatief nemen, afwegen en overwegen, beslissen en beoordelen. Ook het praten en vertellen in duidelijke zinnen gaat hard achteruit. Dat moet je niet verwarren met dronkemanspraat. Het effect treedt op als je nuchter bent. Globaal gesproken zakt een overmatig drinkende VWO leerling af tot HAVO of VMBO. Uiteindelijk kan zelfs blijvend geheugenverlies en algehele verwarring optreden. De kansen op de arbeidsmarkt nemen zeer sterk af. Een jeugdige drinker heeft bovendien 4 keer zo veel kans om later verslaafd te worden. Tijdens dronkenschap bestaan er natuurlijk ook grote risico’s ten aanzien van de verkeersveiligheid, maar dat wist u waarschijnlijk al.
Arme jongens
In de week van 20 oktober, schalde Philip Freriks door mijn huiskamer dat het slecht gaat met de schoolprestaties van jongens. Niet alleen leggen ze het af tegen de meiden, maar ook in absolute zin zakken ze weg. Het gaat slechts om een verschil van circa 5 % dat zich pas na de brugklas manifesteert, maar de statistieken van het CBS schijnen keihard en overduidelijk. De verklaringen voor dit fenomeen waren dat echter allerminst. Er bestaat natuurlijk grote weerstand tegen het idee dat meiden slimmer zijn zodat er naarstig gezocht wordt naar andere oorzaken. Volgens neuropsycholoog Jelle Jolles bestaat er een tijdelijk verschil in het tempo van de hersenontwikkeling. Een troostende gedachte daarbij is dat de jongens het later wel weer inhalen. Maar nog aantrekkelijker is het om de schuld aan het onderwijs te geven. Zo zou het door de huidige softe structuur van het onderwijs worden veroorzaakt en daarom moeten we het onderwijssysteem misschien maar weer veranderen. Het idee daarbij is dat jongetjes beter gedijen in een gedisciplineerde schoolse omgeving zonder al te veel afleiding, terwijl de meiden veel beter kunnen omgaan met vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en het werken in groepsverband die zo typisch zijn voor het studiehuis.
Het zou allemaal kunnen maar ik miste in de reportage een tweetal veel meer voor de hand liggende verklaringen die geen theorie zijn maar op bewezen feiten uit wetenschappelijk onderzoek steunen.
In dit moderne tijdsgewricht besteden beide geslachten veel tijd achter hun computer, maar de meiden geven over het algemeen de voorkeur aan onnozel geklets in allerlei variaties van msn’en terwijl de jongens sterker worden verleid tot het doen van games. Tijdens die games schieten ze draken en andere monsters of virtuele mensen dood of rijden ze met raceauto’s door volle straten en moeten ze met de muis of stick zien te presteren om een hoger niveau te bereiken. In beide gevallen gaan er vele uren verloren, maar in het geval van de jongens ontstaat er bij een groot aantal een serieuze verslaving. De combinatie van spanning, prestatie en beloning naar een hoger level is voor jongens veel verleidelijker dan voor meisjes. Dat is een diepgeworteld biologisch gegeven dat te maken heeft met het feit dat mannen zich moeten uitsloven om kans te maken bij de vrouwen. Het staat uitvoerig beschreven in hoofdstuk 4 van Oermenselijk. Zodra daardoor per dag enkele uren gegamed wordt, heeft dat een direkte invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Het neuronencircuit vanaf de muishand via het scherm met de target en de beloning wordt uitzonderlijk getrained, terwijl andere delen van de hersenen verwaarloosd worden en daardoor degenereren. Het kleine genotscentrum onder in de hersenen raakt zodanig gewend aan de hoge dosis van de gameprikkel (dopamine), dat alle andere belevingen en bezigheden als “saai” ervaren worden. Het gevolg is een achterstand in de ontwikkeling van het vermogen tot taal en redeneren en een algehele desinteresse in zaken als cultuur en maatschappij. Ook dit staat beschreven in Oermenselijk en wel in het over de virtuele mens.
Er is nog een tweede oorzaak aan te wijzen. Vanaf ongeveer 14 jaar en soms al eerder worden de jongens en meisjes van tegenwoordig verleid tot het drinken van alcoholische drank. De verleiding is voor jongens sterker omdat het als stoer beschouwd wordt en je een sulletje bent als je niet drinkt. Vanaf het zestiende jaar vallen alle remmen weg en wordt vaak elk weekend stevig ingenomen. Ook hiervan zijn de gevolgen op de ontwikkeling van de hersenen zeer ernstig. De genotsprikkel heeft zijn uitwerking via datzelfde dopamine en hetzelfde kleine stukje hersenen dat ook voor de gameverslaving zorgt terwijl andere essentiële gedeelten van de hersenen verschrompelen. Beide invloeden veroorzaken in de periode tussen 14 en 18 jaar een niet meer in te halen gebrek aan concentratievermogen, moeite met het nemen van afgewogen beslissingen, afnemend redeneervermogen en een achterstand in de taalontwikkeling. Ik beweer niet dat deze effecten niet ook bij meisjes optreden, maar wel dat het daarbij minder vaak en/of minder ernstig is.
Helaas kunnen we hiervoor niet de hormonen noch de school of het leersysteem de schuld geven. Sinterklaas, prins Carnaval, de Paashaas en de Kerstman zijn de grootste boosdoeners want die brengen veel feesten en nieuwe nog mooiere versies van alle computergames. Ouders treft geen enkele blaam, die willen slechts dat hun kind niet onderdoet voor anderen.
Arme jongens
In de week van 20 oktober, schalde Philip Freriks door mijn huiskamer dat het slecht gaat met de schoolprestaties van jongens. Niet alleen leggen ze het af tegen de meiden, maar ook in absolute zin zakken ze weg. Het gaat slechts om een verschil van ca 5 %, maar de statistieken van het CBS schijnen keihard en overduidelijk. De verklaringen voor dit fenomeen waren dat echter allerminst. Er bestaat natuurlijk grote weerstand tegen het idee dat meiden slimmer zijn zodat er naarstig gezocht wordt naar andere oorzaken. Volgens neuropsycholoog Jelle Jolles bestaat er een tijdelijk verschil in het tempo van de hersenontwikkeling. Een troostende gedachte daarbij is dat de jongens het later wel weer inhalen. Maar nog aantrekkelijker is het om de schuld aan het onderwijs te geven. Zo zou het door de huidige softe structuur van het onderwijs worden veroorzaakt en daarom moeten we het onderwijssysteem misschien maar weer veranderen. Het idee daarbij is dat jongetjes beter gedijen in een gedisciplineerde schoolse omgeving zonder al te veel afleiding, terwijl de meiden veel beter kunnen omgaan met vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en het werken in groepsverband.
Het zou allemaal kunnen maar ik miste in de reportage een tweetal veel meer voor de hand liggende verklaringen die geen theorie zijn maar op bewezen feiten uit wetenschappelijk onderzoek steunen.
In dit moderne tijdsgewricht besteden beide geslachten veel tijd achter hun computer, maar de meiden geven over het algemeen de voorkeur aan onnozel geklets in allerlei variaties van msn’en terwijl de jongens sterker worden verleid tot het doen van games. Tijdens die games schieten ze draken en andere monsters of virtuele mensen dood of rijden ze met raceauto’s door volle straten en moeten ze met de muis of stick zien te presteren om een hoger niveau te bereiken. In beide gevallen gaan er vele uren verloren, maar in het geval van de jongens ontstaat er bij een groot aantal een serieuze verslaving. De combinatie van spanning, prestatie en beloning naar een hoger level is voor jongens veel verleidelijker dan voor meisjes. Dat is een diepgeworteld biologisch gegeven dat te maken heeft met het feit dat mannen zich moeten uitsloven om kans te maken bij de vrouwen. Het staat uitvoerig beschreven in hoofdstuk 4 van Oermenselijk. Zodra daardoor per dag enkele uren gegamed wordt, heeft dat een direkte invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Het neuronencircuit vanaf de muishand via het scherm met de target en de beloning wordt uitzonderlijk getrained, terwijl andere delen van de hersenen verwaarloosd worden en daardoor degenereren. Het kleine genotscentrum onder in de hersenen raakt zodanig gewend aan de hoge dosis van de gameprikkel (dopamine), dat alle andere belevingen en bezigheden als “saai” ervaren worden. Het gevolg is een achterstand in de ontwikkeling van het vermogen tot taal en redeneren en een algehele desinteresse in zaken als cultuur en maatschappij. Ook dit staat beschreven in Oermenselijk en wel in hoofdstuk 6 over de virtuele mens.
Er is nog een tweede oorzaak aan te wijzen. Vanaf ongeveer 14 jaar worden de jongens en meisjes van tegenwoordig verleid tot het drinken van alcoholische drank. De verleiding is voor jongens sterker omdat het als stoer beschouwd wordt en je een sulletje bent als je niet drinkt. Vanaf het zestiende jaar vallen alle remmen weg en wordt vaak elk weekend stevig ingenomen. Ook hiervan zijn de gevolgen op de ontwikkeling van de hersenen zeer ernstig. De genotsprikkel heeft zijn uitwerking via datzelfde dopamine en hetzelfde kleine stukje hersenen dat ook voor de gameverslaving zorgt terwijl andere essentiële gedeelten van de hersenen verschrompelen. Beide invloeden veroorzaken in de periode tussen 14 en 18 jaar een niet meer in te halen gebrek aan concentratievermogen, moeite met het nemen van afgewogen beslissingen, afnemend redeneervermogen en een achterstand in de taalontwikkeling. Ik beweer niet dat deze effecten niet ook bij meisjes optreden, maar wel dat het daarbij minder vaak en/of minder ernstig is.
Helaas kunnen we hiervoor niet de hormonen noch de school of het leersysteem de schuld geven. Sinterklaas, de Paashaas en de Kerstman zijn de grootste boosdoeners want die brengen veel feesten en nieuwe nog mooiere versies van alle computergames. Ouders treft geen enkele blaam, die willen slechts dat hun kind niet onderdoet voor anderen.
Beste Darwin
Beste, pardon, geachte weledelzeergeleerde Heer Darwin,
Tijdens mijn hele biologische carrière heb ik zoveel over u gehoord en toch ben ik pas na mijn pensionering uw boeken echt gaan lezen. Ik heb sindsdien een enorm respect voor uw bescheidenheid en voorzichtigheid en uw niet aflatende ijver om steeds meer en meer ondersteunend materiaal te vergaren. Gezien het ontbreken van kennis in uw tijd over het mechanisme van de erfelijkheid, over de juiste ouderdom van de geologische perioden en het nog vrijwel volledig ontbreken van goede fossiele reeksen inclusief die van de oermensen, heeft u op miraculeuze wijze de enig juiste hypothese opgesteld. Een geniale visie.
Maar als u mij toestaat, zou ik toch ook wel wat kritiek willen uiten. Afgezien van enkele prachtige diplomatieke of filosofisch getinte typisch Engelse volzinnen, vond ik uw boeken verschrikkelijk saai. Wij zijn intussen gewend op grond van een paar experimentele resultaten naar conclusies te jumpen en beginnen elke publicatie met het leveren van ongezouten kritiek op al het voorafgaande onderzoek. Uw voorzichtigheid en beleefdheid, daarentegen, is haast schijterig te noemen en uw angst voor kritiek druipt bijna uit elk hoofdstuk. Een andere tijd? Jawel, maar uw buldog Thomas Huxley durfde wel de kat op het spek te binden, terwijl u bij de gedachte aan een pittige discussie al misselijk werd en thuis bleef.
En dan is er nog iets wat me dwars zit. De roem die nu postuum over u wordt uitgestort zij u gegund, maar helemaal eerlijk is het niet. Het berekenen van een exponentiële groei van een populatie leerde u van Malthus. Daaruit resulteerde het inzicht dat slechts enkele van de vele nazaten het kunnen halen. Het idee van veranderlijkheid der soorten was o.a. van Lamarck en het concept van de selectie was notabene volkssport nummer één in uw tijd. De duivenfokkers, kippenfokkers, konijnenfokkers, hondenfokkers en paardenfokkers zaten door het hele land in elk dorp en u liep bij hen de deur plat en melkte ze uit. De reeks fossiele paarden werd niet door u maar door uw vriendje Thomas Huxley beschreven en geduid als een evolutionaire ontwikkelingsreeks. Zelfs het legendarische inzicht dat de Darwinvinken van de Galapagos zich tot verschillende ondersoorten hadden ontwikkeld, is niet uit uw koker gekomen maar kwam van de vogelconservator van de Zoological Society, John Gould. Ten slotte heeft u het met vriend Walace op een akkoordje gegooid om het concept over natuurlijke selectie tegelijk te publiceren. Waar Walace een A4-tje voor nodig had gehad om het op te schrijven, kostte het u een dik boek en vele jaren.
Desalniettemin, zou ik wensen dat onder de huidige wetenschappers iets meer van uw bijzondere genen bewaard was gebleven. Vooral dat geduld, de zorgvuldige observatie en de degelijkheid zijn we een beetje kwijtgeraakt. Uw monografie over de eendenmossels is alleen al daardoor een onnavolgbaar meesterwerk. Ik moet echter tegelijk constateren dat uw financiële positie ook wel erg luxe was in vergelijking met die van de huidige onderzoekers. Zij moeten zoveel mogelijk publiceren en voortdurend fondsen werven om het hoofd boven water te houden. Daardoor dreigen de waardevolle eigenschappen, waardoor u zoveel presteerde, systematisch uit het karakter van de wetenschapper te worden weggeselecteerd.