Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
We kunnen al heel jong goed tot tien tellen en, omdat we tien vingers hebben, kunnen we ons bij een getal onder de tien iets voorstellen. We kunnen links en rechts, plus en min, ja en nee onderscheiden omdat we twee ogen, oren, armen en benen hebben. We kunnen op oudere leeftijd ongeveer 40 à 50 jaar overzien, omdat dat onze natuurlijke levensduur is. We kunnen een paar honderd verschillende mensen onderscheiden en herkennen aan gezicht, stem en bewegingen omdat dat ongeveer de omvang is van de groepen waarin onze soortgenoten een paar miljoen jaar leefden voordat de verstedelijking uitbrak. We kunnen binnen een straal van een tiental kilometers in onze omgeving feilloos de weg vinden en veel details kennen omdat dat de maximale loopafstand was van onze vroege voorouders. Wij zijn heel erg goed aangepast aan onze natuurlijke omgeving en ons denkraam heeft geen moeite met de dingen die we met onze zintuigen kunnen waarnemen. Gaan we echter met aantallen, afmetingen, afstanden en tijden vèr daarbuiten, dan schiet ons voorstellingsvermogen hopeloos te kort.
We kunnen de massa en omvang van een zandkorrel redelijk goed bevatten, maar dat één grammolecuul van een willekeurige stof 1023 moleculen bevat, is abstracte kennis waar we ons niets bij kunnen voorstellen. Eén tiende millimeter, de dikte van een haar, kunnen we nog net tussen onze vingers voelen, maar nanotechnologie en lichtjaren gaan ons verstand te boven. Eerlijk gezegd heb ik er al moeite mee te begrijpen dat er in één memory stick twee Gigabytes aan geheugen kan worden opgeslagen, zodat je daar urenlange kleurenfilms in kunt bewaren. Ook vind ik het zelfs al moeilijk te bevatten dat in een dieselmotor die 3000 toeren per minuut draait, de hele cyclus van inlaat, samenpersen, explosie, uitzetting, uitlaat zich zo’n vijftig keer per seconde kan voltrekken. Zelfs ten opzichte van ons eigen technologische universum zijn we met ons boerenverstand nergens. Nog veel erger wordt het als we over het grote buitenaardse universum praten.
In het tijdschrift Nature van begin september staat een artikel over de Laniakea Supercluster. Zoals we intussen allemaal wel weten is onze aarde één van de negen planeten die om de zon draaien. Dat is ons zonnestelsel. De massa van de zon is meer dan 300.000 keer zo groot als die van de aarde en de zwaartekracht houdt ons en de anderen in hun baan. Onze zon maakt echter deel uit van het zogenaamde Melkwegstelsel waarin naar schatting 300 miljard zon-achtige sterren in een min of meer plat vlak rond een onzichtbaar middelpunt draaien. Onze zon doet er 225 miljoen jaar over om dat rondje te maken en beweegt zich op een afstand van 32 duizend lichtjaar van dat middelpunt, dat een massa heeft van 100 miljard zon-massa’s.
De supercluster Laniakea op haar beurt, omvat volgens het nieuwste ruimtelijke inzicht een paar honderdduizend van deze galactische stelsels en heeft een omvang van 0,5 miljard lichtjaren. Dit zijn volstrekt onvoorstelbare hoeveelheden en afmetingen.
De afstand tussen kennis en voorstellingsvermogen wordt steeds groter. De lelijke eend waar ik als student nog aan kon sleutelen, is vervangen door een rijdende computer met eigenschappen die alleen nog door andere computers kunnen worden uitgelezen. Dit jaar moest ik er volgens kenners aan geloven om een nieuwe laptop aan te schaffen, terwijl ik de oude nog maar acht jaar had en er net een beetje aan gewend was. Als ouwe digibeet had ik de grootste moeite om aan Windows 8 te wennen, laat staan dat ik ene snars begrijp van de dingen die er onder mijn toetsenbord gebeuren. De kloof wordt steeds groter en ten opzichte van de door onszelf gecreëerde leefomgeving worden we dus steeds dommer.
Staande op de Col d’ Izoard, een hoge bergpas in de Franse Alpen, overzagen we dit jaar een berghelling waarop de erosie al enkele honderden miljoenen jaren vrij spel had. Op een paar grillige zuilen van een harder gesteente na, heeft de tand des tijds slechts grijs puin achtergelaten.
Op een andere berghelling zien we dat diezelfde erosie een geologische laag heeft blootgelegd met een merkwaardige zwarte steensoort. We weten van de maquettes in het informatiecentrum op de nabijgelegen Col de Lautaret dat dit een laag is uit het Carboon. Een tijdperk van zo’n 800 miljoen jaar geleden. Het Carboon heeft zo’n 80 miljoen jaar geduurd en het gesteente is gevormd uit klei en plantaardige resten in een onmetelijk groot moeras, toen er nog geen Dinosaurussen, laat staan zoogdieren bestonden. Ons bevattingsvermogen schiet schromelijk te kort om deze tijden volledig te beseffen. Nog moeilijker te bevatten is het dat hier gebergtevorming door middel van plooiing heeft plaatsgevonden waarbij op een schaal van honderden kilometers de onderste stenen boven zijn komen te liggen, waardoor we bovenop een berg van 3000 meter hoogte een voormalige zeebodem aantreffen.
De gevleugelde uitspraak van premier Rutte dit jaar, dat hij niet zou rusten voordat de onderste steen boven zou komen, kreeg daarbij de geur van grenzeloze zelfoverschatting.
De enorme tijdschaal en de omvang van de geologische processen zijn eenvoudig te groot voor ons denkraampje. Het is dan ook logisch dat men dit vroeger niet kon en niet wilde geloven. Daarom verwees men in die tijd vol overtuiging naar een “Schepper” die in een paar dagen hemel en aarde zou hebben geschapen. Alsof dat dan wel voorstelbaar is. Zo dom zijn we nu niet meer, althans het geschoolde gedeelte van de wereldbevolking neemt dit verhaal niet meer letterlijk. De geologische processen waardoor de gebergtes ontstonden, zijn wetenschappelijk geduid en beschreven, maar staand op die bergpassen, besef je toch opeens weer hoe beperkt ons voorstellingsvermogen is en hoe nietig wij zijn.
En toch zijn we tegelijk ook weer heel erg knap. Na een technische voorbereiding van elf jaar en een reis van 700 miljoen kilometer in 300 dagen heeft de NASA omstreeks 22 september de satelliet Maven in een baan rond de planeet mars gebracht. De satelliet gaat metingen doen aan de verdwenen dampkring. Een paar dagen later kwam de satelliet Mangalyaan ook bij Mars aan. Deze satelliet uit India zal speciaal op zoek gaan naar sporen methaan. Al eerder werden er verschillende robotwagentjes op Mars gezet om de bodem van de rode planeet te onderzoeken. De Opportunity rijdt er al meer dan tien jaar rond en stuurt nog steeds foto’s naar de aarde. Curiosity is er sinds twee jaar actief en heeft in drooggevallen rivieren sporen van water gevonden.
Na een ruimtereis van 10 jaar om een baan om de komeet te bereiken werd op 12 november vanaf 500 miljoen km afstand aan de Europese ruimtesonde Rosetta, opdracht gegeven om het landingsvoertuig Philae op de komeet 67P te laten landen. De 4,5 miljard jaar oude komeet bevat wellicht aanwijzingen over het ontstaan van leven op aarde.
De science fiction uit mijn jeugd wordt werkelijkheid.