Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
In Griekenland bloedt de economie volkomen dood. Bedrijven gaan aan de lopende band failliet. De helft van de jongeren heeft geen baan meer en zwerft muitend over straat. Wie nog kan vluchten verlaat het land. De rijken sluizen hun geld weg naar buitenlandse banken. Er kwam al te weinig, maar nu komt er bijna helemaal geen belasting meer binnen en de staatsschuld explodeert vanwege de hoge rente voor obligaties. Iedereen kan zien dat de bezuinigingsmaatregelen die tot nu toe zijn doorgevoerd, averechts werken. Desondanks stellen de overige Eurolanden nog weer strengere eisen aan de bezuinigingen als voorwaarde voor een nieuwe noodlening van 130 miljard.Voorafgaand aan het overleg hierover laat Neelie Kroes tussen neus en lippen door even weten dat er geen man over boord zal zijn als ze failliet gaan. Ze bedoelt niet dat de Grieken het dan wel redden maar dat het Eurohuis niet instort als die ene onbetrouwbare bouwsteen eruit valt. De reacties op dat bericht zijn opmerkelijk. Het twitterende orakel uit Den Haag kraait van plezier. Erger nog is dat volgens de dagelijkse opiniepeiling van het PVV partijblad, De Telegraaf, 93 % van de Nederlanders zegt de Grieken te willen uitstoten. Alsof deze beer al geschoten is, richt Blondie z’n pijlen alvast op de volgende doelgroep. Via een meldpunt voor overlast veroorzakende Oost Europeanen draaft hij door en krijgt, God betere het, weer alle aandacht van de hele sensatiepers.
De vraag is gerechtvaardigd of de bezuinigingen wel bedoeld zijn om de Griekse economie er weer bovenop te krijgen of dat er bepaalde sentimenten dienen te worden bevredigd. Dergelijke sentimenten zijn er genoeg. Zo was er voordat Kroes sprak, nog de angst dat de Grieken de rest van Europa in hun val zouden meesleuren. Er zijn echter ook sentimenten van beleggers. Angstige beleggers verkopen hun belangen, waardoor de Grieken nog slechts tegen zeer hoge rente obligaties kunnen uitgeven. De slimste beleggers speculeren juist op een ondergang van de Grieken omdat zij zich via hedgefondsen zodanig verzekerd hebben dat ze daar baat bij zullen hebben. Het is erg dat onder invloed van de financiële wereld onze beschaving al zo ver gedaald is. Maar het kan nog erger. In toenemende mate ontpoppen sentimenten die alles wat niet blond is het liefst van de aardbodem zien verdwijnen. In de publieke opinie lijkt dit sentiment het te winnen van het inzicht voor de noodzaak om een vastgelopen economie te redden. Dat hebben we eerder meegemaakt en we hadden elkaar beloofd dat niet meer te zullen herhalen maar het lijkt alsof bepaalde omstandigheden dergelijke sentimenten weer oproepen.
Sentimenten onder het volk zijn het gevolg van emoties vanuit de onderbuik. (De onderbuik is in de volksmond de plaats waar ons DNA zit.) In dit specifieke geval komen ze meestal naar boven als je mensen iets afpakt. Het gaat er niet om of ze er al of niet recht op hebben, zelfs als je een dief zijn buit afpakt voelt hij zich gekrenkt en wordt hij boos. Ook als je mensen vriendelijk vraagt om iets in te leveren omdat dat redelijk is, zullen ze niet redelijk reageren, maar op basis van de bij hen opgewelde emotie geërgerd naar anderen wijzen. Een voorbeeld is de discussie over de nullijn die door Wientjes werd geopend en waarop Jongerius onmiddellijk reageerde met een verwijzing naar de bonusgraaiers en de bedrijven. Normaal gesproken vechten Jongerius en Wientjes dat als beschaafde mensen uit volgens de eeuwenoude traditie van het polderen. Zolang er iets te verdelen is, komt daar meestal wel een compromis uit, maar als er ingeleverd moet worden, lukt dat maar zelden. Het branderige gevoel dat bij afpakken en inleveren oplaait, laat zich nauwelijks nog door redelijkheid blussen. Dat komt door de asymmetrie van een conflict tussen rede en emotie.
Vergelijkbare conflicten maak ik elk jaar mee tijdens de kindervakantieweek in ons dorp. Gedurende een kleine week doen we allerlei spelletjes, zijn we creatief bezig en bouwen met circa honderd kinderen een hut van oude pallets. De eerste dag slepen ze per groep vanaf een grote hoop zo veel mogelijk pallets naar hun plek en sommige meer dan ze kunnen verwerken, terwijl andere groepen tekort komen. Soms worden er door een groep pallets van een andere afgepakt. Dan hebben we een conflict. De kinderen gaan daarover niet in vergadering. Het woordje polderen kennen ze niet en ze proberen het fysiek op te lossen. Dat is natuurlijk primitief, maar het zijn ook nog maar kinderen. Ze moeten nog leren hoe ze door redelijke argumentatie hun oerdriften kunnen beteugelen. Dat valt niet altijd mee want zodra ze in groepjes zijn ingedeeld, ontstaat er een wij tegen zij waardoor ze zich anders gedragen dan ze als vriendjes onder elkaar zouden doen.
Enige hebzucht is niet slecht. Het is een natuurlijke oerdrift waardoor wij als verzamelaars konden overleven, maar het vreemde is dat het buitenproportioneel wordt zodra we iets kostbaars in bezit hebben. Jane Goodall beschreef dit verschijnsel bij de wilde chimpansees. Haar poging om deze schuwe dieren aan haar aanwezigheid te laten wennen door middel van het geven van bananen liep volledig uit de hand door overmatige hebzucht. De mannetjes die het hoogste in de rangorde stonden, verzamelden veel meer dan ze zelf op konden en wilden niets van hun overmaat afstaan. Een dergelijk conflict gaat gepaard met veel gekrijs. Dat chimpansees niet echt voor rede vatbaar zijn, vinden we gewoon. Van mensen verwachten we dat ze dat wel zijn. Die verwachting blijkt lang niet voor iedereen realistisch.
Bij de eenwording van Europa zijn de economische en strategische argumenten om als unie sterker te staan tegenover de andere grote machtsblokken evident. Daarvoor hoef je geen econoom te zijn. De onderlinge verdeeldheid is funest voor onze positie in de wereld en kost intern een gigantisch vermogen aan bureaucratische energie. Energie die we het beste met zinloze wrijving in een slecht gesmeerde machine kunnen vergelijken. En toch verloopt de eenwording helemaal niet vlot. De reden is de angst voor verlies van soevereiniteit. De lidstaten hebben elk hun geschiedenis, eigen taal en cultuur en die worden door talrijke rituelen en symbolen uitgedragen. Soevereiniteit is de identiteit van een groep. Onze identiteit is waarschijnlijk ons kostbaarste bezit en het is een bezit waar we verreweg de meeste emotionele binding mee hebben. Het is de basis voor alle wij/zij polarisatie en een conflict over onze identiteit roept dan ook ongekend sterke emoties op. Soevereiniteit kun je niet op een redelijke manier delen, maar wel afpakken. Dat gebeurt ook. De Europese politici en het IMF vinden dat ze redelijke eisen stellen, de overige Eurolanden willen niet dat hen iets afgepakt wordt door die “onbetrouwbare” Grieken, maar de Grieken ervaren dat hun soevereiniteit wordt geschonden. Ook dat is redelijkheid tegenover emotie en daarmee een moeilijk oplosbaar asymmetrisch conflict.
Dat je daarbij triomfantelijk gaat staan kraaien past meer bij het primitieve karakter van chimpansees en dronken hooligans dan bij een intelligente politicus.