Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Nederland schrijft geschiedenis. Op zaterdag 22 september 2012 vond er een onbegrijpelijke samenscholing plaats van enkele duizenden jongeren in het rustige Groningse stadje Haren. Het “feestje” liep uit de hand en achteraf stonden de media bol van commentaren en duidingen. Toch ontbrak de belangrijkste visie, de mijne.
De meeste analyses waren eenvoudig; de drank, facebook, een kleine altijd aanwezige kerngroep van tuig, en falende te slap optredende overheid en meer van die dingen. Soms werden er filosofische wijsheden geciteerd, zoals uit de bestseller Masse und Macht van Elias Canetti uit 1960. Toch lijkt het onvoldoende, want burgemeester, politie en justitie hebben behoefte aan een grondige evaluatie en vroegen Job Cohen om een onderzoekscommissie te lijden. In de commissie zitten professoren bestuurskunde en communicatie wetenschap en een lector openbare orde dus dat moet helemaal goed komen.
De analyse lijkt me niet zo moeilijk, maar ik ben bang dat het hooggeleerde gezelschap veel te veel rationaliteit verwacht achter een fenomeen wat grotendeels biologisch bepaald is. Vooral vanaf het moment dat de jongeren één of meer six pack’s op hebben is weinig ratio voor hun gedrag te verwachten. De massa gedraagt zich dan volgens vaste en oeroude patronen die al in grote lijnen diep in onze genen zitten verankerd. De patronen waren er al toen onze neo-cortex nog piepklein was. In de commissie ontbreekt echter een evolutiepsycholoog.
Globaal gesproken kent onze soort drie basale samenwerkingspatronen. Het meest basale is de samenwerking bij de zorg voor nakomelingen met tal van variaties op het huwelijk. Daar is een gezamenlijk belang in het spel dat gedurende enige tijd onvoorwaardelijke trouw vereist. Het tweede basale patroon is de ruil, ofwel een uitwisseling van vaardigheden, kennis of goederen in wederkerigheid. Deze samenwerking is zeer gevoelig voor bedrog en daarom is vertrouwen een essentiële voorwaarde. Bij afwezigheid daarvan overheerst het wantrouwen. Onze moderne maatschappij is te massaal en te anoniem voor vertrouwen en bestaat daarom voor een groot deel uit de organisatie van het wantrouwen. Ons hele stelsel van regels en wetten en het justitiële apparaat tot en met alle administratieve bureaucratie is daar een uitwas van. De derde vorm van samenwerking treedt slechts af en toe op tijdens een groepsconflict. Een voorwaarde is daarbij dat het individu het eigenbelang inruilt voor het groepsbelang. Synchronisatie van gedrag binnen de groep en polarisatie naar buiten zijn kenmerkend voor dit patroon. Om dit patroon te laten ontstaan is meestal eerst een propaganda fase nodig waarbij een vijandsbeeld wordt opgewekt. Dat was vroeger vrij eenvoudig het volk over de grens. Tegenwoordig zien we die éénvoudige groepspolarisatie tussen wij en zij vooral in de sport. We zijn echter vindingrijk en kunnen bijna overal een vijand in zien. Soms zijn het de mensen met een ander geloof, soms de concurrenten in de wereldeconomie, soms de bankiers en veel vaker is het de overheid in de vorm van politie of een regering. In het geval Haren waren de MErs een dankbaar’object om een vijandsbeeld op te projecteren.
Een tweede voorwaarde voor het ontstaan van het patroon is de groepsvorming. Dat gebeurt door het afwerpen van individuele identiteit en het synchroniseren in een meute. Daarbij treedt een zeer sterk sneeuwbaleffect op. In het geval Haren werd dit enorm versneld door de sociale media waarmee de jongeren tegenwoordig vrijwel continue een on-line verbinding hebben. De netwerkstructuur van deze media maakt het mogelijk dat een hype binnen een etmaal honderdduizenden jongeren bereikt. De aantrekkingskracht van de massa was voor een paar duizend van hen onweerstaanbaar.
Om een samenscholing te laten ontaarden in een rel is meestal slechts een vonk in het kruidvat nodig. De leeftijd van de jongens staat daar min of meer garant voor. Rebellie tegen het gezag zit in de genen gebakken en komt vooral tijdens de puberteit tot expressie. Er zijn altijd wel een paar jongens die durven te beginnen met het gooien van een eerste steen naar de ME al was het maar om zich tegenover de meute als helden of leiders te profileren.
Dit onderdeel van het aangeboren patroon is overigens al beschreven voor onze naaste verwanten de chimpansee’s en komt steeds weer terug in de geschiedschrijving van vele duizenden oorlogen. In mijn boek Oermenselijk en in De Meerziekte, worden deze patronen uitvoerig beschreven met verwijzing naar een enorme berg literatuur.
Toch ontbreekt er nog een element in het mengsel van ingrédienten voor een rel zoals in Haren. Dit aspect is de humor of zo u wilt de absurditeit om met z’n allen naar een feestje te gaan terwijl iedereen wist dat er helemaal geen feestje zou zijn. Ook dit is een oud fenomeen, in een nieuw jasje. Ik herinner mij hoe wij 50 jaar geleden de leraren konden pesten. Een paar jongens spraken met elkaar af om tijdens de les op het teken van de eerste, allemaal naar buiten te gaan kijken alsof daar iets gaande was. Door het sneeuwbal effect en de synchronisatie nam de hele klas dit kijken over zodat de leraar beet genomen werd, ging onderzoeken wat er te zien was en uiteindelijk radeloos werd. Ik herinner me ook menige oudejaarsnacht waarbij de hele buurt naar buiten kwam om kerstbomen in brand te steken en alle automobilisten aan te houden voor een gelukkig nieuwjaars wens. Is het vuurwerk met oudjaar trouwens niet een absurd ritueel rondom iets dat eigenlijk alleen maar in onze fantasie bestaat?
De grap om met z’n allen bij elkaar te komen vanwege een virtuele gebeurtenis is geen aangeboren patroon. Dat is het enige gedeelte van het gehele spektakel in Haren waar de jeugd hun rationele brein dat in de neo-cortex zit bij gebruikten. Het speelde alleen een rol in het prille begin toen dat brein nog niet beneveld was. Een oeps-foutje-effect van een 16 jarig meisje met een absurd aantal reacties werd door de media als een sensationeel grappig nieuwtje gebracht. De media zijn gek op bloepers en oepsen. Ik vrees dat de hooggeleerde heren in de commissie Cohen ook te weinig gevoel voor of verstand van humor zullen hebben om dit deel van de geschiedenis te analyseren.