Democratie te koop
Na de val van het kolonialisme in de vorige eeuw, het fascisme in 1945 en het communisme in 1989 lijkt 2011 de val van de Islamitische dictatuur in te luiden. Het zal er echter om spannen of de Arabische lente voltooid zal worden nog voordat de Westerse democratie zal bezwijken.
Democratie leek zo’n mooi compromis tussen wijsheid en populisme en een garantie tegen het ongebreidelde eigenbelang van de elite, zoals we hadden tijdens het middeleeuwse feodalisme. Het concept om tegenstrijdige belangen op te lossen door vergaderen in plaats van door te vechten, klinkt goed. De praktijk is weerbarstiger. In de VS verkeert het twee-partijenstelsel in een verlammende patstelling doordat geen van beiden een meerderheid heeft in het congres. In feite regeren daar de magnaten via een ongebreideld lobbyisme bij de multimiljonairs in de senaat en het huis van afgevaardigden. Geld is macht maar het machtigste rijk ter wereld kreunt intussen als een junk onder een niet meer te betalen schuldenlast en verslaving aan steeds duurdere energie.
Het veelpartijenstelsel in Europa verkeert in een nog ernstiger situatie van machteloosheid. Enerzijds doordat geen enkele democratische regering nog in staat is tot impopulaire maatregelen en gegijzeld is door groeiend egoïstisch en nationalistish populisme. Anderzijds doordat het continent haar positie in de wereldeconomie verliest wegens onoverbrugbare interne verdeeldheid. Daartegen helpt zelfs oneindig nachtelijk vergaderen geen zier. De belangrijkste reden voor de val van de Westerse democratie is echter dat ze zichzelf door de financiële wereld heeft laten ringeloren. Hoe kan een welvarend werelddeel zich zo laten vangen in de klauwen van het grote graaiwezen?
Het is heel eenvoudig. Door schuld op schuld te stapelen, als consumenten, als huizenbezitters, als bedrijven en als landen. Het verliep tientallen jaren straffeloos zolang de materiële economie groei beloofde waardoor schulden met rente uit te verwachten toekomstige winst afbetaald zouden kunnen worden. Het grote graaiwezen draaide geheel op deze belofte en werd groter en groter en vooral ook machtiger. Helaas presteerde het verder niets anders dan het faciliteren van nog meer schuldgroei en astronomische winsten uit speculatie. Daarmee kunnen consumenten, bedrijven en landen hun schuld niet betalen. Zonder reële groei dreigt overal op elk niveau van hoog tot laag betalingsachterstand en als dat uit de hand loopt, zakt ook het grote graaiwezen zelf door haar poten. De banken willen geen geld meer lenen en daardoor stagneert de groei en is de cirkel rond.
Nagenoeg failliete landen zonder al te veel perspectief op groei maken nu ruzie met elkaar om de vraag wie de grootste schuld heeft. Zij willen dat de banken hun verlies nemen. Het grote graaiwezen heeft echter geen spek opgebouwd om in moeilijke tijden op te teren. Het heeft alleen maar schuldbrieven. Als die grotendeels waardeloos blijken, verliest ook het graaiwezen haar macht. Het kreunt en steunt en smeekt om genade bij steunfondsen of laat zich desnoods tijdelijk omvormen tot staatsbedrijf. Dat beeld van machteloosheid en een zichzelf opblazend kapitalisme spoort niet helemaal met de protesten die uit de tentjes van de occupy-beweging opstijgen.
Ver weg in het grote China is door kruising van genen uit het communisme met die van dictatuur en kapitalisme een nieuw systeem ontstaan. Het systeem kent geen verlammende inspraak, geen vergadercultuur en geen eindeloze bezwaarprocedures. De economie lijkt op een veelkoppig monster dat tegen de klippen opgroeit. Het monster spuwt haar goedkope producten gemaakt door noeste arbeid van bijna één miljard straatarme mensen uit over de verwende op de pof levende westerse consumenten. Daardoor heeft het grote China geen schuld maar wel bijna 1000 miljard Euro te besteden om te investeren. Daarmee zouden ze gemakkelijk Europese schuldpapieren kunnen kopen om het noodlijdende Europa nog even overeind te houden zodat ze hun goedkope spulletjes kunnen blijven verkopen. Met hun geld zouden ze vooral ook macht kopen. De Westerse leiders zijn er nog niet aan toe. De arrogantie is te groot en de nood nog niet hoog genoeg. Zij denken dat er nog iets met eindeloos vergaderen valt te redden. De democratie is per slot van rekening een vergadercultuur. De consument kijkt uit naar de uitkomsten van dat vergaderen alsof het een orakel is dat tijdens de lunch toverballen zuigt. China wacht geduldig af tot de trotse verkopers noodgedwongen de prijs laten zakken. Dat is een kat- en muisspel met een redelijk voorspelbare afloop.