Duurzaamheid in de genen (5)
Einde van het Piramidespel
Als je zoals ik, de arrogantie hebt om je als bioloog met de economie te bemoeien, moet je van die kant niet al te veel applaus verwachten. Dat wordt nog erger als je dan ook nog beweert dat de aan groei verslaafde wereldeconomie één groot piramidespel is. Dat is vloeken in de kerk, want het geloof in groei is heilig. Ik heb in De Meerziekte mijn best gedaan alle argumenten waarom groei zou moeten, naar eer en geweten te toetsen maar moest ze toch als drogredenen ontmaskeren. Ik heb echter niet de illusie dat ik daarmee het geloof in groei een gevoelige klap zal toebrengen. Terwijl de bekende argumenten van de ecologen gaan over het overschrijden van de ecologische draagkracht van de aarde en het steeds duidelijker wordt dat we al een groot deel van de aardse schatten hebben verbruikt en kapotgemaakt, ga ik een stapje verder. In “De Meerziekte” stel ik dat we op grote schaal het sociaalbiologisch kapitaal van onze eigen soort al hebben vernietigd.
Vreemd genoeg heeft na afloop van mijn lezingen hierover nog nooit iemand gezegd dat mijn analyse fout was. Integendeel, instemming alom. Misschien bleven de tegenstanders al bij voorbaat weg. Geen tijd om naar die quatsch van een amateur te luisteren. Het is echter geen kunst om tegen het systeem te schoppen. Dat doen de media al dagelijks. Ik wilde ook niet zwartgallig zijn en een zoveelste versie van de Apocalyps schrijven. Ik dwong mezelf naarstig naar realistische oplossingen te zoeken en verdiepte me in alle mogelijke politieke krachten, maatschappelijke bewegingen en technologische mogelijkheden om na te gaan wat de reële kansen voor een wereldwijde structurele en radicale verandering zouden zijn. Het werd een bijna hopeloze zoektocht. Uiteindelijk vond ik één scenario waarin een combinatie van factoren en een beetje geluk de zaak zou kunnen redden.
Allereerst voorzie ik tengevolge van verschillende groeitempo’s een totale kanteling van de economische krachtverhoudingen in de wereld. Tegelijkertijd zal er door schaarste van goedkope energie, minerale grondstoffen, water en voedsel een noodgedwongen afremming van de groei ontstaan. Dit zal vooral de hyperconsumptie onder de rijkste en aan groei verslaafde 15% van de wereldbevolking treffen. In de economische crisis die daarop volgt, zal duurzame technologie opbloeien en zal de financiële wereld massaal wegvluchten uit de nu nog oppermachtige kolen, olie en gasindustrie. Door een inhaalslag aan de ene kant en een instortende economie aan de andere kant, zullen de grote inkomensverschillen verminderen, terwijl transport zeer veel duurder wordt. Zowel de wereldhandel als de regionale mobiliteit zullen in elkaar zakken, waardoor ook de hele vervoerssector zwaar wordt getroffen. Dat klinkt fatalistisch maar in de turbulentie van deze omvangrijke crisis zullen weerstanden worden gebroken en ontstaat de eensgezindheid die noodzakelijk is voor een andere koers en een ander soort economie. Duurzaamheid wordt vertaald in kleinschalige en lokale economie zonder groei, en vooral zonder diefstal van de toekomst. Uiteindelijk zal de kracht van ons eigen sociaalbiologisch erfgoed, via het verlangen naar welzijn binnen sociale structuren op een menselijke schaal, groter zijn dan het aangeboren misverstand dat leidde tot de Meerziekte. Uiteindelijk zit de drang tot overleven en om gelukkig te zijn toch in de genen.