Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Bij investeren gaan de kosten voor de baten uit. Meestal is de investering er op gericht om door kwaliteitsverbetering en prijsverlaging via automatisering het marktaandeel te vergroten of te behouden. De kosten worden dan terugverdiend uit een grotere omzet. Als daarvoor kapitaal geleend moet worden dan zal eerst de rente en aflossing aan de bank betaald moeten worden en vervolgens de aandeelhouders uitgekeerd voordat er sprake is van echte winst. Omdat in onze moderne industriële samenleving de marktcyclus van producten en productieprocessen maar kort is, terwijl de kosten voor het lenen van geld hoog zijn, wil men de zogenaamde terugverdientijd liefst beperken tot hooguit 5 à 7 jaar. Duurzame investeringen passen niet in dit systeem omdat ze niet snel genoeg worden terugverdiend.
Bij dit economische model worden minstens drie fouten gemaakt.
* Allereerst zal concurrentie er vrijwel altijd toe leiden dat de marge kleiner wordt. Daardoor komt vrijwel elk product in een zogenaamde varkenscyclus waarbij de groei van afzetvolume gelijke tred houdt met een afgenomen marge zodat het uiteindelijk weinig oplevert.
* Ten tweede is de berekening van de baten en lasten beperkt tot de korte termijn die ongeveer samenvalt met de terugverdientijd en het belang van banken en aandeelhouders. Op een wat langere termijn kunnen winsten toch nog omslaan in verliezen. De aandelen worden dan gedumpt en lagere marge, verlies van marktaandeel en hogere kosten voor energie, grondstoffen en arbeid maken een einde aan het feest.
* Ten derde wordt bij de kostenanalyse geen rekening gehouden met indirecte schade op wat langere termijn. Deze schade wordt of door niemand echt betaald, zoals bij milieu- en klimaatschade of door de overheid. (World Resources Institute, Climate Change Economics www.wri.org/publication/content/7798) Vaak wordt de schade ook afgewenteld op de arbeiders die tengevolge van automatisering of inkrimping hun baan verliezen.
In de rijke landen wordt nog een vierde denkfout gemaakt doordat men er als vanzelfsprekend van uitgaat dat een toenemende materiële consumptie ook tot meer welzijn en geluk leidt. In werkelijkheid is dat niet het geval en gaat de economische groei vaak gepaard met meer stress, welvaartsziektes, ontwrichting van sociale structuren en verlies van cultuur en natuur ( De Meerziekte, Ons aangeboren misverstand over welvaart en groei Han Blok 2011.)
Indien alle directe en indirecte milieuschades, inclusief klimaatschade en sociale schade wel op een eerlijke manier zouden worden verdisconteerd, is de balans heel vaak negatief.
Investeren in duurzaamheid met minimalisering van alle directe en indirecte schade op langere termijn leidt echter tot verlaging van onze ecologische schuld. Over het algemeen zijn deze investeringen gericht op verduurzaming van energie, het sluiten van materiële kringlopen en het vergroten van sociaal welzijn. Duurzaam investeren heeft veel voordelen: