Homofobie
Het was 1 december, World Aids Day en de aftelling van de top 2000 is begonnen met als onbetwist nummer één de Bohemian Rhapsody van Freddie Mercury en Queen. Dat doet me denken aan het verschijnsel homofilie en ik vraag me af hoe het evolutionistisch is te verklaren.
Voor een Darwinist is homofilie een raadsel. Omdat uit homo-relaties geen kindertjes voortkomen, is het moeilijk voor te stellen dat er een gen voor homofilie bestaat dat zich al eeuwenlang zo goed (ca 5 %) in de populatie weet te handhaven. Tot nu toe heeft men ook nog geen homo-gen gevonden. Maar dat zegt niets, want er zijn zoveel genen nog niet gevonden. Wel zijn er aanwijzingen dat de homofilie al in een vroeg stadium tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaat, doordat er veranderingen optreden. Dick Swaab beschrijft in “Wij zijn ons brein” hoe de seksuele geaardheid in ons brein al in de baarmoeder onder invloed van een beetje meer of minder testosteron wordt bepaald. Er blijken tal van gradaties voor te komen tot en met mensen met afwijkende genitaliën. Daarmee is de erfelijkheid nog niet bewezen, maar wel wordt het zeer onwaarschijnlijk dat de homofilie alleen ontstaat vanwege een bepaalde opvoeding of jeugdervaring.
Het ompolen van de seksuele geaardheid komt in de natuur vaker voor. Bij een aantal vissoorten kan het geslacht soms nog in een volwassen stadium omkeren onder invloed van omgevingsfactoren die de hormoonspiegel beïnvloeden. Bij reptielen kan het geslacht bepaald worden door een gering temperatuurverschil tijdens het uitbroeden van de eieren. Maar waarom gaat het meestal goed en volledig en soms halfslachtig?
Een tweede raadsel voor de evolutiepsycholoog is de homo-haat of de homofobie. Het is te gemakkelijk om dit alleen op conto van de Christelijke en Islamitische religies te schrijven. Het is opmerkelijk dat homofobie sterker is bij mannen dan bij vrouwen en sterker naar mannen dan naar vrouwen en ook sterker naar typisch nichterige mannen dan naar onopvallende types.
Door een artikel van Audrey Sternalski in Royal Society Biology Letters van november 2011 ging mij opeens een licht op. Sommige mannelijke exemplaren van de Bruine Kiekendief ontwikkelen een vrouwelijk verenkleed en spreiden vrouwelijk gedrag ten toon. Deze she-male vogels houden daarmee hun gewone mannelijke collega’s voor de gek en ontlopen daarmee de agressie wegens rivaliteit. Het blijkt dat ze geen afkeer van vrouwtjes hebben en regelmatig met hen paren. Ze zijn dus geen homo als het op seks aankomt.
Dit verschijnsel lijkt verdraaid veel op een veel algemener fenomeen dat bekend is onder de naam “sneaky fuckers”. Mannetjes kunnen zich soms effectiever voortplanten door vrouwtjes na te bootsen en stiekem te paren. Het is beschreven voor insecten, spinnen, kreeften, vissen, reptielen, vogels en zoogdieren en vooral bij soorten met een sterke mannelijke rivaliteit. Ook bij Chimpansees en Bonobo’s komt het regelmatig voor (zie Oermenselijk Hoofdstuk IV). Aangezien het een regelrechte ondermijning is van de dominantie van de alfa-man, zullen rechtgeaarde alfamannen zeer alert zijn op sneacky fuckers en hen agressief bejegenen. Bij mensen kunnen we vrijwel elke man als een alfaman met een harem van slechts één of enkele vrouwen beschouwen. Het verbaast ons dan ook niet dat mannen vreemde mannen bij hun vrouw vandaan willen houden. Soms doen ze dat door hardhandig optreden, soms houden ze hun vrouw gevangen onder een kaasstolp en soms laten ze hun vrouw verkleed gaan als theemuts.
De homofobie zou dus te verklaren zijn als een angst voor she-male mannen of sneacky fuckers, maar is die angst wel gerechtvaardigd in het geval van een echte homo met afkeer voor sex met het andere geslacht? Ja, want homofile mannen hebben wel degelijk seksuele aandrang en fertiel zaad. Ook is hun afkeer van vrouwen meestal niet zo sterk dat er nooit met vrouwen gepaard wordt. Een zeker percentage heteroseksuele paring door homo’s zou verklaren waarom het homo-gen, als het bestaat, zich toch redelijk succesvol kan handhaven. De vrees voor sneacky fuckers verklaart ook waarom de homohaat sterker is tussen mannen dan tussen of naar lesbiennes en waarom de typische nicht en travestiet de meeste agressie oproept. De vraag is echter of in de evolutie de echte homo oorspronkelijk een she-male of sneacky fucker was. Waarom zouden ze dan hun belangstelling voor hetero seksualiteit compleet zijn verloren om geheel homo te worden ? Mogelijk is dat niet Darwinistisch te verklaren maar ligt dat gedrag in het verlengde van een gradueel ompolingsproces.