Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Ons kabinet wil dat in 2020 minstens 16 % van onze energie wordt verkregen uit duurzame bronnen. Dat is een hele klus want op dit moment komen we amper op 4 % uit. Op wat langere termijn, in 2050, is het streven van de EU om 80 – 95 % minder CO2 uit te stoten. Die energietransitie betekent een radicale ommezwaai. Gezien de gevestigde belangen van de olie- en aardgasindustrie in Nederland en ook de aanmerkelijke belangen van de staat in deze sectoren, zal die omschakeling op groot verzet stuiten. Ook de lage prijs van steenkool is geen stimulans om daar van af te stappen. Er staat veel op het spel. Ons hele gasdistributienetwerk en de infrastructuur voor motorbrandstoffen zullen waardeloos worden als we grotendeels moeten overschakelen op elektrische aandrijving en op décentrale opwekking van elektriciteit via zon en wind. De allergrootste barrière voor de energietransitie is echter ons volkomen achterhaalde belastingstelsel.
Ons energiebelastingstelsel is een onsamenhangend bouwsel van energiebelastingen, vrijstellingen en subsidies ooit bedacht toen de energiebedrijven nog staatseigendom waren en de grootverbruikende industrie naar ons land werd gelokt met goedkoop aardgas. Nu zit het de energietransitie gruwelijk in de weg. De grootverbruikers van gas en elektriciteit zijn nagenoeg vrijgesteld van belasting terwijl de particuliere kleingebruikers 40 – 50% van hun energiekosten aan belasting betalen. Het gevolg is enerzijds dat de grootgebruikers weinig financiële prikkels krijgen om energie te besparen of om op duurzame bronnen over te stappen, terwijl anderzijds particulieren de vreemdste capriolen uithalen om de kosten te drukken door de ingewikkelde salderingsregels en fiscale regels te omzeilen. In meer dan 300 gemeentes zijn coöperaties in oprichting om eigen regionale energie op te wekken. Meer dan 100.000 huishoudens hebben zonnepanelen op het dak en meer dan 20.000 mensen kochten een aandeel in windmolens. De lokale activiteiten variëren van energiebuurtfeest, collectieve inkoop en eigen lokale wijkcentrales. De bontste vorm vond ik in een prospectus voor maatschap123 energie. De deelnemers van een dergelijk maatschap kopen zonnepanelen en maken gebruik van energieinvesteringsaftrek om verlies voor het fonds te creëren dat vervolgens door de deelnemers van de inkomstenbelasting kan worden afgetrokken, zij omzeilen de energiebelasting en BTW doordat ze geen stroom leveren maar PV panelen verhuren aan particuliere stroomgebruikers die op hun beurt via de saldering met het eigen gebruik de energiebelasting en BTW omzeilen. Ondanks de variatie en de creativiteit is één ding duidelijk; het volk is boos en komt in verzet tegen een idioot contraproductief belastingstelsel.
Het verzet van onder af leidt niet alleen tot chaos maar gaat de staat veel geld kosten. Als alle 7,5 miljoen huishoudens hun eigen stroom gaan produceren en linksom of rechtsom door de saldering met het eigen gebruik geen energiebelasting en BTW meer betalen, scheelt dat bijna 4 miljard aan belastingopbrengsten. De grootverbruikers die meer dan 75% van alle stroom verbruiken, leveren daarentegen relatief weinig belasting op. Dat systeem is te gek voor woorden. Het kan ook anders, veel eenvoudiger, eerlijker en beter voor de transitie naar duurzame energie, beter voor de economie en beter voor de staatskas.
Zouden we bijvoorbeeld voor alle grote en kleine verbruikers van grijze stroom één uniform belastingtarief van 6 cent/kWh hanteren en de groene stroom belastingvrij houden, dan kon er bij de huidige mix van groen en grijs over 118 miljard kWh stroom €7 miljard geïnd worden. De transitie zou daardoor in een enorme stroomversnelling komen en zich uitbreiden van de particuliere woningen naar de bedrijven en kantoren. Elk stukje dak zou benut worden en de windmolens zouden als paddestoelen uit de grond rijzen. Als we in een optimistisch scenario gespreid over 10 jaar zoveel investeren dat ons totale verbruik van grijze stroom met 75 % daalt, zakken de inkomsten uit de belasting op stroom in die 10 jaar natuurlijk weer van 7 naar 1,75 miljard. Het gemiddelde gedurende die 10 jaar is dan nog steeds ca 4 miljard. Omdat dit gepaard gaat met ca 8 miljard per jaar investeringen door bedrijven en particulieren zal er ook minstens 1,7 miljard/j aan BTW bijkomen, om maar te zwijgen van de enorme stimulans voor de werkgelegenheid. Voor de fiscus geen probleem dus. Het geld voor die investeringen is ook geen probleem. Nederlanders bezitten 255 miljard spaargeld, 55 miljard aan aandelen en 800 miljard in pensioenfondsen. Slechts een kleine verschuiving van sparen en beleggen naar investeren is voldoende.
Na tien jaar moet de staat echter wel een alternatieve inkomstenbron hebben maar ook dat is geen probleem.