Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Na de moordpartij bij Charlie Hebdo in Parijs ontstonden er heftige reacties. Op 7 en 8 januari waren alle nieuwszenders nog de hele dag druk met melden dat er geen nieuwer nieuws van de klopjacht te melden was. Na de ontknoping barstten de emoties los, met tweets, spandoeken, leuzen, stille tochten, kaarsen, bloemen en toespraken voor toegestroomde massa’s. En toen op zondag de mars op de Place de la Republique gelopen was, kwamen de analyses, de overpeinzingen, de opinies, cartoons, columns en speciale edities.
Gelukkig ontstonden er in sommige kranten ook diepere inhoudelijke discussies.
Zoals over de vraag: hoe ver mag de vrijheid van meningsuiting gaan? Velen vinden dat er geen enkele beperking mag zijn. Want, als je daarmee begint is het eind zoek. Anderen omdat je dan zou toegeven, zelfs als je jezelf inhoudt uit angst of uit respect. Je moet juist laten zien dat we niet zijn klein te krijgen. Weer anderen doen er daarom juist nog een schepje bovenop en worden extra grof of kwetsend uit wraak.
Maar als we scanderen dat we voor de vrijheid van meningsuiting zijn, bedoelen we dan ook dat we het recht hebben elkaar of bevolkingsgroepen te beledigen? Is een grove belediging ook een mening? Heeft het enige zin om elkaar te shockeren omdat we anders zijn? Helpt het om dichter naar elkaar toe te komen? Waarom zouden we elkaar eigenlijk van ons gelijk moeten overtuigen? Is het nodig dat Jan en alleman overal zijn of haar mening over geeft?
Vrijheid is heilig, vinden wij. Anderen vinden dat andere dingen heilig zijn. Veel mensen die vrijheid heilig vinden, vinden economische groei ook heilig, zelfs als dat ten koste gaat van anderen of zelfs ten koste van de toekomst voor de hele mensheid. Daar kun je je tegen verzetten, omdat je de klos dreigt te worden. Maar waarom zou je willens en wetens met schoenen aan een moskee binnengaan? Waarom je hoed ophouden in een katholieke kerk? Waarom zou je als vrouwelijk toerist bijna in je blote kont door Oost Jerusalem willen lopen? Respect voor andersdenkenden en andere religie of cultuur is toch niet laf? We leven in een tijd dat alles moet kunnen. Ook dingen die onze ouders vroeger onfatsoenlijk en onbeleefd vonden. Het klimaat verandert, ook in moreel opzicht. We leven in een tijd dat we schijt hebben aan alle normen en waarden, behalve aan ons recht om overal schijt aan te hebben.
Cartoons hebben extra lading omdat ze vaak zo raak treffen dat er geen weerwoord mogelijk is. Cartoons gebruiken humor, maar wat is dat eigenlijk? Vaak is het de overdrijving tot in het absurde of een karikatuur, waardoor een visie overgaat in spot. Soms is het een generalisatie of een verbreding naar een ander vlak, waardoor een redenering opeens als onhoudbaar en onzinnig door de mand valt. Vaak wordt kritiek op een overtuiging uitgebeeld als karikatuur van een persoon, want dat tekent nu eenmaal gemakkelijker.
De cartoon is ook een sterk wapen tegen de heersende macht. De macht van een dictator, van een directie of van een geestelijk leider kan ook alleen maar zo groot zijn doordat tegenspraak niet getolereerd wordt. Maar de spotprenten breken door de opgeworpen barrières heen. Ze zijn de gevaarlijkste vijand van de macht. Een spandoek kan afgepakt worden, een protestdemonstratie kan worden neergeslagen, een tegenstander kan in het gevang worden gezet, maar een cartoon hoeft maar heel even zichtbaar te zijn geweest om te worden ingeprent en langdurig effect te sorteren. Vrijheid van meningsuiting kan dan ook alleen getolereerd worden in een systeem waar de macht toch al voldoende beperkt is door tegenmachten, zoals in een ideale democratie als die al bestaat. De sprekers voor de verzamelde menigten gebruikten vorige week grote trotse woorden over onze normen en waarden, maar op het prikbord van een willekeurig bedrijf worden echt geen spotprenten over de directie getolereerd. Het kan je je baan kosten en om aanstootgevende afbeeldingen van Maria of Jezus of bekladding van grafstenen kunnen we echt niet lachen. Maar toch gaan we daar niet voor de straat op.
Er kwam ook heel schoorvoetend een andere discussie op gang. Wellicht als een reactie op de ultra rechtse populistische reacties die steeds meer fascistische trekjes beginnen te krijgen, of als reactie op de hardliners die op elke hoek van de straat een koppel zwaar bewapende agenten willen, wordt nu toch ok de vraag gesteld: hoe het zo ver heeft kunnen komen? Wat beweegt de terroristen? Ze zijn dan wel extreem, maar beslist niet alleen. Een paar duizend jihadisten vertrokken al vanuit Europa om zich bij vele honderduizenden strijders in Irak, Perzië, Jemen, Afghanistan, Pakistan, Nigeria te voegen. Zijn die allemaal knettergek en gehersenspoeld? Wat is toch de voedingsbodem voor een hang naar ultra orthodox gedachtengoed gecombineerd met absurde intolerantie? Daarbij moeten we bedenken dat het niet exclusief is voor de Islam maar, zij het minder extreem, ook voorkomt bij Joden en bij zowel katholieke als protestante stromingen en bij Boedistische en Hindu sekten. Is het een poging om uit een beroerde uitzichtloze situatie als gediscrimineerde verschoppeling te vluchten? Is het een poging om een eigen wereld binnen de wereld te stichten? Een alternatief wereldje waarin je wel iemand kan zijn? Hebben wij boter op ons hoofd, gezien de drones die al tientallen moslimleiders hebben gedood? Is de kritiek op de westerse moraal wellicht niet helemaal onterecht? Is een onthoofding zoveel barbaarser dan een jarenlange foltering in de gevangenis van Guantanamo Bay? Is onze beschaving in moreel en zedelijk opzicht inderdaad zo decadent en verwerpelijk dat je je er vanuit een andere moraal tegen afzet en zelfs haat tegen ontwikkelt? Bij een enkeling lukt het om enig begrip op te brengen maar niemand accepteert daarmee terroristische moordaanslagen. Woede overheerst en blokkeert ons denken.
Achterstelling, onderdrukking en afkeer zijn een voedingsbodem voor protest, maar om haat te laten opbloeien is een langdurig proces van toenemende polarisatie nodig. Die leidt tot een wij/zij tegenstelling, waarbij wij uiteindelijk goed zijn en zij slecht. Dit proces wordt aangedreven door propaganda. Die begint geweldloos maar escaleert stapje voor stapje van subtiel en onschuldig tot grof en gemeen. Elke actie roept een wat sterkere reactie op. Generalisatie, op de man spelen, beledigen en kwetsen zijn daarbij standaard. Na enige tijd worden de emoties sterker. Verontwaardiging wordt woede, voorzichtigheid wordt angst. De anderen worden gedemoniseerd en uiteindelijk gehaat. De propaganda is buitengewoon veelvormig en geraffineerd en gaat vaak terug op aangeboren of oeroude patronen. Het gebruik van symbolen en symbolische handelingen is favoriet. Vlaggen, leuzen, pamfletten en portretten van onze helden en leiders zijn op het oog nog onschuldige dingen. Die zie je ook bij een sportwedstrijd. De gevorderde propagandist maakt echter gebruik van leugens, verdraaiingen en verdachtmakingen. Het proces leidt na enige tijd tot saamhorigheid en synchronisatie. We gaan de straat op en tonen gebalde vuisten en laten zien met hoeveel we zijn. We wandelen gearmd of marcheren synchroon, we roepen in koor en we dragen hetzelfde bordje met een symbool om te laten zien dat we als één man achter onze leiders staan. Die saamhorigheid geeft een warm gevoel, we raken door elkaar gebiologeerd. Langzaam maar zeker wordt de massa een monster.
De religie is een dankbare draaggolf voor de propaganda maar niet vanwege de inhoud, die in oorsprong vaak vredelievend is. Religies staan echter bol van retoriek, rituelen en symboliek met emotionele kracht. Ze leveren altijd ruim voldoende verschillen van opvatting en de leiders zijn heiligen om te vereren dan wel te bespotten. Religie biedt vaak een alibi om te doden en belooft ons een zalig hiernamaals als we ons leven opofferen. Langzaam maar zeker worden de acties dreigender. We tonen onze wapens, onze superioriteit, onze macht en kracht en onverschrokkenheid. Dan komen de uitdagingen. Scheldwoorden, spot, het verbranden van de vlaggen en vertrappen van de portretten van de andere kant. De provocaties worden steeds gewelddadiger. Van bekladding met verf via een brandbom naar een moord of een aanslag op een monument met symbolische waarde. Op een gegeven moment is de overgang van propaganda naar geweld gemaakt en volgt een escalatie van bruut geweld in een spiraal die niet meer is te keren. Het ultieme geweld waar we zo tegen zijn, is het eindpunt van een ladder die begint met de vrijheid waar we zo vóór zijn.
In onze wet is het aanzetten tot haat verboden, maar spotprenten moeten kunnen. Alsof er niet een heel geleidelijke overgang bestaat vanaf het aller onnozelste grapje tot en met de drang tot volledige vernietiging. De gedachte dat we ergens een duidelijke grens kunnen trekken is naïef. Er is geen grens. Er is alleen een hellend vlak. We zitten er op en beide kanten schuiven steeds een eindje verder op of we het nu willen of niet.