Kernenergie geeft geen warm gevoel van binnen
Sinds de ramp met de centrale in het Japanse Fukushima laaien de discussies over wel of geen kernenergie weer op. Ons kabinet is voorstander en houdt ons voor dat kernenergie veilig, schoon, goedkoop en nodig is. Volgens de poll van De Waalkanter is de helft van de bevolking voor en de andere helft tegen. In de deelstaat Baden-Württemberg hebben de Groenen echter gewonnen met een duidelijk nein. Ik vraag me af waar al deze mensen, zowel voor als tegenstanders, hun mening op baseren.
Daarbij krijg ik steeds meer het vermoeden dat het niet om de feiten gaat. Bij veel tegenstanders zal hun mening gebaseerd zijn op angst. Bij voorstanders op hoop. Hoop dat er een oplossing mogelijk is voor het energieprobleem zonder het klimaat te verstoren. Hoop doet leven, dat geeft vooral omstreeks Kerstmis een warm gevoel van binnen. Tijd om de feiten eens op een rijtje te zetten.
Atoomlobbyisten deden dit jaar hun uiterste best om de angst weg te wuiven door te stellen dat Nederland geen aardbevingen en tsunami’s hoeft te vrezen en dat nieuwere centrales veel veiliger zijn dan oude. Men heeft het over een kans op een ernstig ongeval van eens in miljoen jaar. Als dat zou kloppen, hoe kan het dan dat er in de afgelopen 35 jaar bij minstens 4 van de circa 400 centrales in de wereld al grote ongevallen hebben plaatsgevonden? Deskundigen haasten zich te zeggen dat die rampen allemaal heel bijzondere oorzaken hadden, die bij ons niet kunnen voorkomen. Aan m’n hoela.
Het probleem met alle bestaande en nieuw geplande centrales is namelijk overal op de hele wereld hetzelfde. Niet de aardbevingen veroorzaken de ellende maar de reactoren maken zichzelf kapot door de enorme warmteontwikkeling zodra wij niet voortdurend actief met man en macht kunnen blijven koelen. Kernenergie kun je namelijk niet echt uitzetten. Om te koelen heb je elektrische pompen, stroom en water nodig en als de stroom uitvalt, heb je dieselgeneratoren met water en diesel nodig. Al deze zaken worden door meet- en regelapparatuur via kleppen of afstand bestuurd. Een eenvoudig brandje is voldoende om de stroom te laten uitvallen en de dieselgenerator stil te leggen of om storingen in de regeling te veroorzaken. Stroomuitval, lekkages van leidingen en afsluiters, weigerende kleppen en andere storingen zijn allemaal doodgewone oorzaken voor het uitvallen van de koeling. De lange lijst met 372 technische storingen in 31 jaar Borssele toont zelfs een stuk of zeven zeer ernstige. De Volkskrant vermeldt dat we in 1987 met Borssele door het oog van de naald zijn gekropen. Deze discussie over de veiligheid leidt echter af van de werkelijke problemen met kernenergie.
Allereerst is zoals algemeen bekend, het afvalprobleem nog nergens en op geen enkele manier opgelost. De hoeveelheid afgewerkte splijtstof mag dan klein zijn. Het laag-radioactieve afval dat bij de opwerking van het ruwe Uraniumerts overblijft en wat wij nooit te zien krijgen en alle andere besmette materialen vormen bij elkaar geen klein beetje. Om het afval gedurende een miljoen jaar veilig op te slaan is gedacht aan zoutkoepels diep onder de grond. Daar is in de afgelopen 35 jaar in Duitsland ervaring mee opgedaan. Zowel in Asse, Morsleben en Gorleben zijn de problemen zeer verontrustend. De vaten zijn doorgeroest, er is lekkage van radioactieve stoffen naar grondwater, er ontstaan radioactieve gassen en gevaarlijke chemische reacties in het omliggende zout waardoor de tunnels instorten. (Zie www.greenpeace.nl/gpmagazine/gpm04/asse )
Het opzadelen van onze nakomelingen met een zorg voor dergelijk uiterst gevaarlijk afval ged urende vele duizenden jaren is volstrekt onverantwoord.
Ten tweede is kernenergie een erg dure vorm van energieopwekking. Deze wijsheid heb ik echt niet van mezelf. Een groot aantal rapporten van deskundigen wijzen allemaal in dezelfde richting. (Voor geïnteresseerden kan ik The Nuclear illusion van Lovins en Sheikh uit 2009 aanbevelen.) De belangrijkste oorzaak voor hoger wordende investeringskosten is het steeds omvangrijkere pakket strenge veiligheidseisen. Verder ontstaat er door de enorm lange tijd voor de bouw (geschat op 4 jaar en in de praktijk meer dan 8 jaar) veel renteverlies van het kapitaal voordat er nog maar één kilowattuur is geproduceerd. Volgens de meest recente schattingen zou het bouwen van Borssele II met een capaciteit van 2500 MW, 9 miljard € gaan kosten. Vreemd genoeg rekent onze regering zich rijk met een bedrag van 5 miljard. Kostenschattingen vooraf zijn echter weinig betrouwbaar gebleken. Ervaring met de bouw van het nieuwste type is beperkt. Er zijn momenteel twee nieuwe Europese reactoren in aanbouw. De eerste van 1600 MW in Finland (Olkiluoto) heeft sinds 2005 een vertraging opgelopen van 4 jaar en de kosten zijn inmiddels verdubbeld van de geschatte 3,2 miljard tot 6,4 miljard. De tweede van 1630 MW is in aanbouw sinds eind 2007 in Frankrijk (Flamanville). In 2010 werd al met twee jaar vertraging gerekend en een kostenoverschrijding met 50 % tot 5 miljard €. We hebben hier echter nog minstens drie jaar te gaan. Omgerekend naar Borssele II zouden we met deze ervaringscijfers moeten rekenen op een bedrag tussen 7,7 miljard en 10 miljard.
Niemand heeft zoveel geld achter de hand en nergens op de wereld is ooit een reactor zonder staatsgaranties gefinancierd. De rente over 30 jaar betekent dat de banken aan elke miljard financiering gegarandeerd een miljard verdienen. Uiteraard draait de staat op voor de kostenoverschrijding.
De kosten voor ontmanteling na vijfendertig jaar en de eeuwige zorg voor het radioactieve afval worden meestal niet bij de bouwkosten meegerekend, om over de beveiliging tegen terrorisme en de verzekering nog maar te zwijgen. Eigenlijk is een ernstig ongeval met een kernreactor nauwelijks verzekerd. De energiemaatschappij hoeft zich maar tot 340 miljoen directe schade te verzekeren. Dat lijkt me niet genoeg als een groot deel van Nederland en België inclusief Rotterdam en Antwerpen wegens radioactiviteit permanent onleefbaar wordt.
Uiteraard moet je de bouwkosten omrekenen naar kapitaalslasten per jaar en die verdelen over de hoeveelheid geproduceerde stroom. We kunnen voor de kapitaalslasten rekenen op 9% voor rente en afschrijving. Voor het aantal productieve uren rekent men vaak met 8000 per jaar. In werkelijkheid is Borssele I vanwege onderhoud, storingen en wisseling van splijtstof niet meer dan 75% van de tijd productief geweest en rekening houdend met de lange bouwtijd voordat geproduceerd kan worden, is een gemiddelde van 6000 uur per jaar realistischer. Dit betekent voor Borssele II een kapitaalslast van 0,054 € per kWh geproduceerde stroom. Vergelijken we dit met de kosten voor windturbines op land die maar 2200 uur per jaar volledig productief zijn, dan blijkt dat die op dit moment eveneens een kapitaalslast hebben van ca 0,06 € per kWh geproduceerde stroom. Deze worden echter wel elk jaar goedkoper en daarbij zijn er echter geen kosten voor ontmanteling, afval, beveiliging en verzekering.
We zijn echter nog niet klaar met de vergelijking. In de huidige situatie is voor de winning en verrijking van Uraniumerts en alle andere activiteiten nog behoorlijk wat fossiele energie nodig. Voor de hele keten levert kernenergie daardoor toch nog 30% van de CO2 uitstoot van een gasgestookte centrale met dezelfde capaciteit. Doordat het erts met een relatief hoog gehalte Uranium snel opraakt (de prijs is in de laatste 7 jaar al vervijftienvoudigd), moeten we in de nabije toekomst veel meer energie in de verrijking van erts met lagere gehaltes stoppen, zodat we al snel op ca 60 % van de CO2 uitstoot t.o.v. een gasgestookte centrale uitkomen. Om het broeikaseffect te voorkomen moeten we echter over 40 jaar 95 % minder CO2 uitstoot zien te bereiken. Kernenergie is dus geen oplossing voor het klimaatprobleem.
Ten slotte blijft het veelgehoorde argument dat het nodig zou zijn. Wereldwijd zorgt kernenergie op dit moment voor ca 6% van het energieverbruik. Daarvoor zijn ruim voldoende alternatieven beschikbaar. Duitse ervaring heeft getoond dat we in Europa minstens nog 27% op energieverbruik kunnen besparen voor investeringskosten die slechts 1/10 zijn van die voor kernenergie. In de VS is dat nog veel meer. Elektrisch autorijden met stroom uit zonnecellen kan wereldwijd 25% energie besparen en is goedkoper dan benzine. Lokale stroomproductie waarbij de warmte nuttig gebruikt kan worden, levert energie tegen ongeveer 60% van de prijs. Dan zijn er ook nog gigantische mogelijkheden voor opslag van warmte en koude in de bodem. Wereldwijd groeit het vermogen van windturbines met ca 30% per jaar. Als we dit tempo volhouden kunnen windturbines binnen 16 jaar voorzien in 100% van de elektriciteitsbehoefte. Stroom uit zonnecellen groeit wereldwijd zelfs met 35% per jaar. Alleen in 2010 kwam er 15 GW aan vermogen bij, net zo veel als zes kerncentrales van de omvang zoals gepland in Borssele. Aangezien 2/3 van de wereldbevolking niet op een netwerk is aangesloten, is lokaal opgewekte stroom uit zonnecellen zelfs de allergoedkoopste energiebron. Dat geldt vooral voor de landelijke gebieden in de snel groeiende economieën van China, India en Brazilië. De meeste nieuw geplande kernenergiecentrales moeten overigens ook in China en India komen. Of ze er ooit zullen komen als blijkt dat de alternatieven duurzamer en goedkoper zijn, valt nog te bezien.
Ik ben geen kernenergiedeskundige, maar heb me er wel een heel klein beetje in verdiept. Als ons kabinet dat ook gedaan zouden hebben, zou Rutte niet zo onnozel lachen.