Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Het CBS houdt alles bij, van onze geboorte tot de dood. Wat we eten en drinken tot en met onze ziektes, lichaamsgewicht en buikomvang. Dat doen ze al vele jaren en uit de cijferreeksen kunnen ze trends aflijden en durven ze zelfs voorspellingen te doen. Zo verwacht het CBS op grond van de leeftijden waarbij de tachtigers van nu sterven dat we steeds maar ouder worden en dat, als dit zo doorgaat, we er vanaf 2060 nog weer 5 à 6 jaar bij krijgen (CBS Kerncijfers, Statline 9/1/2013). Dat brengt de pensioenfondsen steeds verder in financiële nood en ook de regering kan straks onze AOW niet meer opbrengen. Het klinkt plausibel, maar is het ook waar?
Tussen 1900 en 1950 is de gemiddelde levensverwachting vanaf de geboorte inderdaad met ruim 20 jaar gestegen van ca 50 naar 70-73 jaar. Dat betreft overigens wel de gemiddelde verwachting voor mannen en vrouwen. De individueel behaalde leeftijden kunnen daar sterk van afwijken. Bij dit gemiddelde overlijdt nog 32 % jonger dan 57 of ouder dan 86.
De belangrijkste oorzaken voor deze stijging van de gemiddelde levensverwachting vanaf geboorte zijn de vermindering van de kindersterfte door betere hygiëne en het gebruik van antibiotica tegen bacteriële infectieziekten. Na 1950 is het gemiddelde nog verder met een jaar of 9 gestegen. Opmerkelijk is dat het verschil tussen mannen en vrouwen daarbij eerst groter is geworden. Dat komt doordat de mannen na de oorlog veel meer rookten dan de vrouwen (bijna 90 % tegenover 5 %) en stevige rokers gemiddeld 15 jaar korter leven. Inmiddels is het percentage rokende vrouwen gestegen, terwijl dat van de mannen sterk is afgenomen. Het totale percentage rokers is gedaald van 60% in 1960 naar 25% en het verschil in gemiddelde levensverwachting tussen mannen en vrouwen kruipt weer naar de 3 jaar( 79.2-82.9 voor 2013).
Kunnen we eigenlijk nog wel ouder worden? Jawel, Nederland staat op dit moment nog maar op de 35e plaats op de WHO ranglijst die wordt aangevoerd door Monaco met een gemiddelde levensverwachting van 86 en 95 jaar vanaf geboorte. De prognose van het CBS voor 2060 is 87.1-89.9. Maar het kan ook minder, zoals in Rusland met gemiddelde waarden van 64 en 76 jaar.
De gemiddelde levensverwachting vanaf geboorte zegt eigenlijk nog niet zo veel over onze maximale ouderdom. Voordat je oud bent, kan er immers al van alles mis gaan. De resterende levensverwachting vanaf 65 is daartoe een betere maat. Ook dit getal blijkt vanaf 1960 te zijn toegenomen tot 83–86 jaar in 2012, waarvan het grootste deel van de verbetering zelfs nog in de laatste 6 jaar is opgetreden. Dit laatste effect komt vooral door de sterk verbeterde genezingskansen voor hart- en vaatziektes en kanker.
Betekent dit dat de 65 plussers van nu over 20 jaar gemiddeld nog weer een paar jaar ouder zullen worden dan de tachtigers van nu, zoals de pensioenfondsen vrezen? Dat is nog helemaal niet zo zeker. De kans is zelfs groot dat de extra levensverwachting voor de 65 plusser in de komende periode daalt.
De oorzaak is een enorme toename van ongezonde leefstijl vanaf de jaren 70. Daarvan zijn behalve het roken het overgewicht, alcoholgebruik, stress en te weinig lichaamsbeweging de belangrijkste factoren.
Vanaf 1960 tot 1980 is het alcoholgebruik per hoofd van de bevolking gestegen van 2,6 naar 8,9 liter pure alcohol per jaar. Daarna is het weer wat gedaald naar 7,9 liter in 2005 (Nationaal Kompas RIVM). Het komt overeen met 10 flesjes bier per week. Dat lijkt niet zo heel veel, maar pas op. Ook dit is een gemiddelde. Het aantal jeugdigen dat in coma in het ziekenhuis belandt stijgt schrikbarend naar de 2500 per jaar.
Intussen zijn we ook fors dikker geworden. Het percentage volwassen mensen met overgewicht (een BMI>25 = gewicht (in kg) gedeeld door kwardraat van lengte (in meters) is gestegen van 6-8% in 1980 naar 55 – 45% in 2012. Het betekent dat één op de twee te dik is. Het percentage dat véél te dik is (obesitas = BMI>30) is gestegen van 4-6 % naar 10 – 13 %. Bij 30 – 40 % van de 50 plussers is de buikdikte zodanig (>102 – 88 cm) dat er een ernstig risico voor hart en vaatziektes in combinatie met diabetes bestaat.
Over de invloed van stress zijn niet zulke duidelijke getallen te vinden. Duidelijk is wel dat 10% van de beroepsbevolking ernstige chronische stress heeft waardoor de sterftekans sterk wordt verhoogd. Uit sommige onderzoeken blijkt een verlaging van de levensverwachting met 7 jaar.
Alle factoren bij elkaar kunnen zo’n 20 jaar van onze levensverwachting afknabbelen. Waarschijnlijk is dit ook de oorzaak waarom de Russische mannen zo’n 13 jaar korter leven dan de Nederlandse. De gemiddelde Rus drinkt immers 16 liter pure alcohol per jaar terwijl ook nog eens 40% van de mannen rookt. De Russische vrouwen worden dan ook 12 jaar ouder dan de mannen. Omdat het aantal rokende mannen in ons land is afgenomen zal de levensverwachting hier vooral door de andere vier factoren worden verkort. Stevige drinkers met 10 kg overgewicht leveren al minstens 5 jaar in, maar de echte dikkerds worden met tal van vervelende complicaties zeker 10 jaar minder oud.
Een andere aanwijzing voor de sterke invloed van de leefstijl op de gemiddelde levensverwachting is het verschil van ongeveer 7 jaar tussen laag en hoog opgeleidde mensen. Obesitas komt bij de laag opgeleidde groep 3-5 keer vaker voor. Voor de levensverwachting in goede gezondheid is de invloed van het opleidingsniveau zelfs 10 – 12 jaar (CBS Statline-Gezonde levensverwachting naar opleiding).
De ongezonde leefstijl vanaf de jaren 70 is echter nog niet te merken aan de leeftijden waarop de tachtigers van nu overlijden. Dat effect moet nog komen. Omdat ongeveer een derde van de huidige zestigers door de combinatie van stress, alcohol, overgewicht en gebrekkige lichaamsbeweging 15 jaar moet inleveren, zakt de gemiddelde extra levensverwachting voor alle 65plussers met 5 jaar. Dat is een groot verschil met de eerder genoemde CBS prognose dat we nog 5 jaar ouder zullen gaan worden. Toch berust deze lagere verwachting ook op behoorlijk harde cijfers die al lang bekend zijn.
De ongezonde leefstijl heeft meer gevolgen dan een korter leven. Het verband tussen ernstig overgewicht en suikerziekte is al vrijwel zeker. Zeer recent is er echter ook een verband aannemelijk gemaakt met de ziekte van Alzheimer. Juist deze ziekte vraagt om kostbare dagelijkse verzorging. Nu nog krijgt 20 % van de mensen boven de 80 jaar te maken met dementie. Door de vergrijzing zal het aantal patiënten van 250.000 stijgen naar 500.000. Indien het verband met overgewicht, suikerziekte en Alzheimer inderdaad bestaat, dan zal het aantal demente bejaarden zelfs naar één miljoen kunnen gaan. Dat is een afschuwelijk toekomstbeeld (Labyrint 20 januari).
Een ander beangstigend scenario voor de gemiddelde levensverwachting is dat onze huidige antibiotica binnen enkele jaren niet meer zullen werken. Nu al duiken er op tal van plaatsen in de wereld resistente bacteriën zoals MRSA, VRE en NDM-1 op (Zembla 10 januari). Dat hebben we voor een deel aan onszelf te danken. Door een te royaal gebruik van antibiotica voor mens en dier, hebben we een kunstmatige evolutie bij de bacteriën opgeroepen. Hoe zich dat zal vertalen op onze gemiddelde levensverwachting durft geen mens te voorspellen, maar zeker is dat er vele jaren overheen zullen gaan voordat we nieuwe werkzame antibiotica hebben.
Met een kortere levensverwachting zijn de zorgen van de pensioenfondsen echter nog helemaal niet van de baan. Die ontstaan vooral door de vergrijzing. De vergrijzing van de bevolking heeft niet zo veel met onze stijgende levensverwachting te maken. Die ontstaat vooral door de demografische ontwikkeling met een combinatie van een geboortegolf na de oorlog en een sterke afname van het geboorteoverschot sinds de anticonceptiepil in 1960. Tussen 1946 en 2012 is het geboorteoverschot per 1000 inwoners gedaald van 22 naar 2. Het aantal 65 plussers is nu 14% en dat zal in de komende 20 jaar oplopen naar 25%. De verhouding tussen het aantal mensen dat geld in de pensioenfondsen stort en het aantal dat het er uit trekt, is door deze vergrijzing volledig omgekeerd.
Anders dan onze ouderdom en gezondheid was die vergrijzing echter al tientallen jaren geleden exact te voorspellen op grond van de geboortecijfers. De fondsbeheerders hadden daar rekening mee kunnen houden maar hebben zitten snurken en zijn met ons geld op de financiële markt aan het gokken geslagen. Dat ze zich nu verschuilen achter de stijgende ouderdom (waar niemand tegen lijkt te kunnen zijn) is gewoon ordinaire volksverlakkerij.