Je winkelwagen is momenteel leeg!
De biologische wortels en evolutie van het menselijk gedrag
Tussen Kerst en Nieuwjaar was ik even in Rotterdam. In De doelen mochten een paar honderd amateur pianisten hun favoriete stukje klassieke muziek voor het publiek in de grote zaal spelen. Dat is een bijzondere beleving. In dit moderne, en dus sfeerloze, cultuurpaleis hing een nerveuze stemming van opgewonde familieleden. Verreweg de meeste deelnemers waren in de puberteit, maar er waren ook twaalfjarigen en tachtigers. Zelfs als de muziek je niet bekoort, kunt je ontroerd raken als je er even bij stilstaat dat al deze spelers al jarenlang dag in dag uit vele uren studeren en hun stukjes tot vervelens toe moeten herhalen om maar die mate van perfectie te verkrijgen waarmee ze uiteindelijk gedurende vijf minuten naar buiten durven te komen. Dan luister je met verbijstering en bewondering voor zoveel doorzettingsvermogen en lef. Die bewondering zou natuurlijk ook voor topsporters, circus acrobaten en schrijvers moeten gelden, maar daar sta je meestal niet bij stil. Waarom doen mensen dit? Vanwaar die enorme drang om te presteren en iets te kunnen wat de meeste anderen niet kunnen? Waarom een eigen vertolking willen geven in een muziekstuk wat al duizenden pianisten eerder gespeeld hebben? Wat geeft de voldoening? Die vraag intrigeerde me.
Na afloop wandelde ik met mijn vrouw over De Lijnbaan. Uit nostalgie, want ik herinner me De Lijnbaan van toen ik in 1953 met mijn ouders en de rest van de familie nieuwsgierig naar die pas geopende luxe winkelstraat ging kijken. Dat was toen symbolisch voor de herrijzenis van Rotterdam. Kleren en mode interesseren me echter niets en parfum nog minder. Ik had er dus niets te zoeken en vroeg mij af wat al die andere mensen drijft om uren lang winkel in winkel uit te slenteren. Mijn vrouw zocht een jas. Ik weet zeker dat ze al tien jassen heeft, maar volgens haar niet zo een als ze zocht. Zo een was er ook niet te vinden. Na zes winkels gaf ze het op. Uit medelijden met mij vermoed ik, maar ik verveelde me niet en keek geboeid naar de drentelende meute. Waarom doen mensen dit? Uit noodzaak omdat ze niets hebben om aan te trekken? Of is het uit verveling op de vrije dagen na Kerstmis. Een deel zal net als ik meelopen voor de gezelligheid of om te zeggen dat je het mooi vindt. Wat een verschil met de pianisten!
Aan kleding en schoenen wordt gemiddeld 5 – 6 % van het bruto gezinsinkomen besteed. Dat lijkt niet veel. Maar als je het betrekt op het netto besteedbare inkomen na aftrek van de nodige kosten voor eten, wonen, autorijden en verzekeringen tegen ziekte, ouderdom en werkloosheid dan wordt het een ander verhaal. Dan blijkt dat kleding op de eerste plaats komt, direct gevolgd door drank, tabak, snoep en snacks. Dat maakt de vraag waarom kleding zo belangrijk is nog relevanter. Als bescherming tegen kou en regen, zou slechts een minieme fractie van dat bedrag al volstaan. Afgezien van de kosten wordt er ook veel tijd besteed aan het uitzoeken. Het is ook geen sinecure. Het moet passen bij je lijf, het moet je jonger en aantrekkelijker doen lijken dan je bent, het moet aansluiten bij de trend maar toch uniek zijn, het moet je favoriete kleur hebben, het moet getuigen van smaak, het moet passen bij de gelegenheid waarvoor je het wilt dragen en bij de sociale omgeving. En tenslotte moet de kwaliteit en prijs je voldoende status geven zonder dat het buiten het budget valt. Kortom het moet je een eigen identiteit verschaffen en dat mag wat kosten. Alles bij elkaar vele uren, elk seizoen en elk jaar opnieuw. In die tijd zou je ook kunnen leren pianospelen of trainen voor betere sportprestaties. Maar deze uiterlijke identiteit heeft iets aparts. Je kunt hem kopen en naar believen verwisselen. Het vergt geen doorzettingsvermogen, toewijding, training of studie. Bovendien is er altijd wel publiek dat naar je kijkt en zich er door laat misleiden. Het is een ultieme vorm van mimicry waar zelfs de veelvormige natuur nog een puntje aan kan zuigen.