Waarom het kapitalisme wankelt?
De actievoerders van de occupy beweging mogen wat ongestructureerd overkomen, maar hun kritiek is meer dan een klassiek protest van de onderklasse. De metafoor 99% -1 % duidt op de trend dat een kleine minderheid steeds rijker wordt. Eigenlijk bestond dat grote verschil al in het feodale en in het koloniale tijdperk en zette zich zelfs voort onder het communistische systeem. De nivellering tijdens een periode van sociale democratie was van tijdelijke aard en is intussen overgegaan in hernieuwde groei van de ongelijkheid doordat de wereld volledig wordt overvleugeld door het mondiale financiële kapitalisme.
Een andere kritiek betreft het gebrek aan duurzaamheid. Terecht wordt erop gewezen dat we ons te veel laten leiden door financiële winsten op de korte termijn zonder oog te hebben voor de grote problemen op lange termijn zoals toenemende schaarste aan voedsel, water, grondstoffen en de dramatische ontwikkeling van het klimaat en de natuurlijke rijkdom en de instorting van sociale structuren bij de verstedelijkte massamens. Onzekerheid en uitzichtloosheid roepen verzet op. Toch is deze zorg eigenlijk ook niet nieuw en werd al door Malthus in 1798, Ehrlich in 1968 en de Club van Rome in 1972 verwoord. Wel nieuw is dat de zorg dit keer niet onder elitaire intellectuele kringen maar vooral onder de jeugdige werkloze bevolking leeft. Nieuw is ook dat de kritiek niet op nationale regeringen wordt gericht maar vooral op het mondiale financiële kapitalisme als allesoverheersend systeem. Het is kritiek tegen de kortzichtige graaizucht ten koste van een toekomstperspectief.
Geïnspireerd door de successen van de Arabische lente zaagt de occupy beweging met enthousiasme aan de poten van dit systeem alsof dat enige kans van slagen heeft. Ik wens hen daarbij veel succes, maar verwacht eerlijk gezegd dat het systeem eerder valt doordat het zichzelf opblaast.
Het financiële kapitalisme is namelijk te vergelijken met een parasiet die zijn gastheer om zeep brengt. Het presteert zelf niets, maar leeft geheel op de afroming van de reële economie. Net als een kanker zet het de reële economie aan tot snellere groei zodat er nog meer af te romen valt. Dat doet het door kapitaal te verstrekken en dit, vermeerderd met rente, terug te ontvangen. De reële economie moet groeien en is daarvoor afhankelijk van dit kapitaal. Bedrijven moeten groeien om de concurrentiewedloop te overleven en om uit de toegenomen omzet de schulden met rente te kunnen aflossen. De parasiet heeft echter meerdere gastheren. Bij nationale overheden wordt kapitaal geïnjecteerd in de vorm van staatsobligaties. Daardoor kunnen de overheden meer geld uitgeven dan zij uit belastingen binnenkrijgen in de verwachting dat ze de rente en aflossing kunnen betalen uit groeiende belastinginkomsten. Ook consumenten zijn een goede gastheer. Zij willen krediet om meer uit te geven dan ze op dit moment hebben in de verwachting dat ze straks meer inkomsten zullen hebben om met rente af te lossen. Consumenten willen ook kapitaal om woningen te financieren waarvoor ze geen geld hebben. In de verwachting dat de woningen vanzelf steeds meer waard worden, betaalt men zonder probleem via veertig jaar hypotheekrente twee keer de oorspronkelijke prijs en blijft het huis desondanks volledig eigendom van de bank. De parasiet profiteert bij alle gastheren van de groei. Daarmee is het systeem te vergelijken met een pyramidespel. Door een groeiend aantal deelnemers aan de basis kun je in de top winsten uitkeren. Het pyramidespel valt in elkaar als het aantal nieuwe deelnemers niet meer groeit. Stagnerende groei is ook de achillespees van het financiële kapitalisme. Na een periode van vijftig jaar groei bij ongeveer 1/3 van de wereldbevolking loopt de reële economie tegen forse beperkingen aan. Ten eerste door concurrentie met bedrijven die nog sneller groeien in de landen waar de rest van de wereldbevolking met veel lagere inkomens bezig is aan een inhaalslag. Ten tweede door schaarser wordende grondstoffen, hogere kosten voor milieuschade en duurdere energie en ten derde door stagnerende consumptie. De consumptie stagneert door vergrijzing en door hoge werkloosheid onder de jongere generatie. De ouderen hebben alles al en bovendien een dalend inkomen. De jongeren die werk hebben gaan gebukt onder hoge premies voor ouderenzorg en ziekenzorg. Werkloosheid ontstaat door besparing op arbeidskosten in de concurrentie met machines en door stagnerende groei van het bedrijfsleven. De hypotheekverstrekking groeit ook niet meer. Enerzijds doordat de bevolking in de meeste welvarende landen niet meer groeit en anderzijds doordat huizen zo duur zijn geworden, dat de jongeren het niet meer kunnen opbrengen. In vrijwel alle gevallen heeft de sterke groei van de afgelopen periode haar eigen beperkingen opgeroepen. Zonder groei van inkomens en zonder groei van de reële economie groeien ook de belastinginkomsten niet en met stijgende lasten vanwege vergrijzing kunnen nationale overheden hun verplichtingen op de obligatiemarkt niet meer nakomen. Het betekent dat de verschillende gastheren voor de parasiet niet meer groeien zodat de parasiet zal afsterven.
Het financiële kapitalisme wankelt echter niet alleen door stagnerende groei van haar gastheren. Het wankelt ook doordat zich bovenop het systeem een secundaire parasiet in de vorm van een zeer ernstig gezwel heeft ontwikkeld. Dit is de financiële speculatiemarkt ofwel de opkomst van het flitskapitaal in de vorm van valutahandel en handel in opties en talloze andere derivaten. Net als aan de roulettetafel wordt hier winst gegenereerd voor de winnaars ten koste van de loosers zonder dat er enige prestatie in de zin van goederenproductie of dienstverlening tegenoverstaat. Zou men de banken nog als faciliterend en dus dienstverlenend voor de reële economie kunnen beschouwen, het financiële kapitalisme is een parasiet op de parasieten zonder enig maatschappelijk nut. Het systeem is volstrekt irrationeel, grensoverschrijdend en onttrekt zich aan elk controlerend gezag. Het kenmerkt zich door grote risico’s, grote bedragen, snelle transacties en hoge bonussen, maar ook door enorme verliezen. Terecht dat er tegen geprotesteerd wordt, maar het systeem van de secundaire parasiet is daarvoor volledig immuun. Door onvoorspelbare massapsychologische effecten veroorzaakt de secundaire parasiet echter steeds meer instabiliteit en onzekerheid van de primaire parasiet. De banken vallen om vanwege de grillige handel op de financiële markten. Als de patiënt is overleden, is ook de kanker dood. Hoe lang het nog voortduurt, weet geen mens maar het zijn spannende tijden.