Wie heeft schuld aan de Schuldencrisis ?

In tijden van crisis worden er schuldigen gezocht en steekt het wij/zij denken de kop op. Dat is een aangeboren trekje van ons. Hoewel de economie zo ingewikkeld is geworden dat geen mens het nog kan volgen, denkt menigeen toch te weten dat er kwade krachten van buiten aan het werk zijn. Na de haat tegen buitenlanders, moeten de banken en de financiële markten het ontgelden. Maar hebben ze ook gelijk?

 

Economie kan  gezien worden als het krachtenveld tussen drie partijen. Het volk (inclusief bedrijfsleven), de staat en de beleggers. Het volk produceert, consumeert, exporteert, importeert en distribueert en verleent onderlinge diensten. Alle transacties worden financieel belast en alle belastingen samen vormen het inkomen van de staat. De staat bekostigt daarmee alle taken die het volk aan haar heeft gedelegeerd. De staat is als het ware onderaannemer van het volk en doet waarvoor ze betaald wordt. Het is een prachtige symbiose.

Als het goed gaat, houdt het volk nog wat geld over om te sparen. Het spaart voor de oude dag, voor onvoorziene problemen door ongeval, ziekte of werkloosheid en het spaart voor leuke dingen. Dat gaat prima zolang het volk minimaal zoveel spaart dat het later genoeg heeft. Helaas is het bewaren van die balans niet zo eenvoudig. Ten eerste treedt er altijd enige geldontwaarding op waardoor het spaargeld op lange termijn nog maar een fractie waard is. Ten tweede treedt er een verschuiving op van de demografische opbouw van de bevolking. Bij de huidige vergrijzing wordt het benodigde bedrag voor de ouderen groter dan het bij elkaar gespaarde bedrag.  

 

De oplossing voor dit probleem is het beleggen, waardoor je spaargeld niet minder maar meer waard wordt. Door spaargeld uit te lenen voor investeringen kun je rente beuren. Die rente kan worden opgebracht uit de winst- en omzetstijging die dankzij de investering wordt bereikt. Dat is geen probleem zolang er economische groei is. Beleggen kan ook in staatsobligaties. Daarmee kan de staat meer uitgeven dan het ontvangt. Geen probleem zolang het een tijdelijke lening is die gebruikt wordt als een buffer tussen magere en vette jaren. De staat kan echter ook structureel schuld maken. Ook dat is geen probleem zolang de economie groeit en de belastinginkomsten navenant stijgen waarmee de staat de rente voor de obligaties kan blijven uitbetalen.

Een volk dat structureel spaart en belegt en een staat die structureel schulden maakt zijn tot elkaar veroordeeld. Zonder schulden van de één geen belegging door de ander. Het volk kan trouwens zelf ook schulden maken. Beleggers zullen hen graag geld uitlenen tegen een passende rente.

Het lijkt een perpetuum mobile, maar de balans kan gemakkelijk verstoord raken. Stagneert de groei, waardoor de belastingopbrengsten niet meer stijgen, dan valt het systeem in duigen. Laat de staat haar uitgaven te hard oplopen, dan gebeurt hetzelfde. Maken mensen zelf schulden die ze niet meer kunnen aflossen, loopt de boel ook vast. Op dit moment gebeurt het allemaal.

De oplossing lijkt eenvoudig, althans voor premier Rutte en de zijnen. De staat moet haar uitgaven beperken. Dat geeft echter ook problemen. Ten eerste veroorzaakt dat een rem op de economische groei waarvan het systeem nu juist afhankelijk is en ten tweede verliest het volk de mogelijkheid om in schulden van de staat te beleggen. Zonder schulden, geen belegging en zonder belegging geen waardevast pensioen. Een neergaande spiraal met veel sociale onrust is dan het gevolg.

 

Het beleggen door de spaarders gebeurt niet direct maar via institutionele beleggers en commissionairs. De beleggers handelen voor spaarbanken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en particuliere investeerders. Ze opereren als een mondiaal netwerk op een vrije mondiale markt. De beleggers vragen een commissie voor het beheer van andermans kapitaal en voor elke transactie. Ze vragen rente voor het lenigen van schuld en ze bieden zekerheden in ruil voor premies. Hoe meer dynamiek in de financiële markt, hoe meer er door beleggers verdiend wordt. De beleggers schuiven geld heen en weer en spelen hun eigen kansspel. Ze nemen hoge risico’s tegen hoge rente of omgekeerd. Ze spelen ook met waardeschommelingen en door slim te kopen en te verkopen kunnen ze zowel aan waardevermeerdering als waardevermindering verdienen.  De handel in schulden is fiscaal onbelast en uiterst lucratief.

 

De financiële sector is de laatste jaren sterk gegroeid. Beleggers zijn niet langer louter faciliterend intermediair tussen volk en staat en tussen spaarders en leners maar een eigen macht met een eigen doelstelling. Hun macht is intussen groter dan van enige staat en hun invloed is aanwezig tot in iedere vezel van de reële economie. Niemand controleert de beleggers. Als de beleggers zich vergalopperen, brengt dat de reële economie en de staatseconomieën in gevaar. Het gevolg is dan dat de groei stagneert en het toverachtige perpetuum mobile tussen volk en staat uit balans raakt en uiteindelijk stopt.

 

De verleiding is dus groot om de schuld van de economische crisis bij die vermaledijde financiële wereld te leggen. We vergeten dan dat het probleem primair veroorzaakt wordt door het maken van schulden en niet door de handel er in. Het nemen van een voorschot op groei staat gelijk aan het lenen van de toekomst. Verwaarloos je die toekomst door uitputting en erosie van de aarde, door verstoring van het klimaat, door verwaarlozing van kennis, verlies van concurrentiekracht, vergroting van inkomensongelijkheid en door vernietiging van sociaal kapitaal, om slechts een paar mogelijkheden te noemen, dan kan je geen voorschot op die toekomst blijven nemen. Met een verwaarloosde toekomst kun je geen schulden aflossen en geen rente betalen maar bouw je steeds meer schuld op. Meer schuld, geeft natuurlijk ook meer handel in schuld. De financiële sector bloeit op, maar de handelaars zijn geen lachende derde. Zonder groei immers geen renderende belegging en dus ook geen emplooi voor beleggers. Wie verloren toekomst wil terughalen door handelaars in schulden te plukken, zal van een koude kermis thuis komen. Als hun zeepbel spat, valt er niets te halen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *